Jeroen van der Graaf (57) gooide het roer om na een beroerte: “Het is mijn redding geweest”
Jeroen van der Graaf (57) reisde heel de wereld over voor zijn werk, trok volle zalen met presentaties en gaf zelfs kookpresentaties op tv. Hij genoot volop van zijn drukke leven, maar een jaar geleden veranderde dat plots radicaal. “Door een beroerte werd ik gedwongen mijn leven opnieuw vorm te geven, al is dat misschien ook wel mijn redding geweest.”
Op de foto: Diëtist Ingrid Buinsters (links) en logopedist Nicole Dekkers (rechts) samen met Jeroen in de keuken van afdeling Revalidatie.
“Het was tweede paasdag 2022. Mijn vrouw moest naar haar werk en probeerde mij wakker te maken: Ik brabbelde en toen ze het licht aandeed, zag ze mijn mondhoek hangen. Ze wist meteen dat het niet goed zat,” blikt Jeroen terug. Tien minuten later stond de ambulance voor de deur en al snel werd duidelijk dat Jeroen getroffen was door een herseninfarct.
Wereld op zijn kop
“Dan word je wakker en besef je dat je hele wereld op zijn kop staat. Ik kon niet praten, maar ik hoorde wel alles om mij heen. Hierdoor begreep ik heel goed wat er aan de hand was. Er werden verschillende testen uitgevoerd en ieder uur werd ik wakker gemaakt. Toen ik één dag later naar huis mocht maakte ik meteen duidelijk dat ik snel wilde starten met mijn revalidatie. Want hoe sneller ik kon starten, hoe meer ik voor mijn gevoel uit mijn herstel kon halen. Ik wilde het meteen beetpakken.”
Dreamteam
Bijna een jaar lang revalideerde Jeroen in het Bravis ziekenhuis onder begeleiding van een logopedist, medisch maatschappelijk werker, fysiotherapeut, revalidatiearts en twee ergotherapeuten. “Ik noem hen ook wel mijn dreamteam. Iedere therapeut heeft een aandeel in mijn herstel gehad. Van opnieuw leren praten, lopen en fietsen tot het versterken van mijn handfunctie en psychologische ondersteuning. Door mijn therapeuten heb ik weer leren dromen en juist door de variatie aan therapieën ben ik gekomen waar ik nu ben”.
Positief denken
Tijdens het revalidatietraject besefte Jeroen dat hij zich moest focussen op dingen die hij wel kon doen en niet op wat hij niet meer kon. “Ik ben nooit in de slachtofferrol gekropen. Zo zit ik ook niet in elkaar. Ik denk altijd in kansen en dat deden mijn therapeuten gelukkig ook. Ze lieten mij inzien dat ik nog een hoop kon, maar dat ik moest leren om de lat minder hoog te leggen en dat ik mijzelf moest focussen op één doel. Een van mijn doelen was om weer kookpresentaties te geven. Om dat te bereiken, oefende ik samen mijn logopedist en ergotherapeut in de keuken van de afdeling Revalidatie, daar mocht ik een kookworkshop geven terwijl zij mijn concentratie en uitspraak op de proef stelde”.
Stel vragen
Jeroen stelde tijdens zijn therapie heel veel vragen. “Ik schreef het meteen op als ik thuis ergens tegenaan liep, iets niet meer kon of wanneer iets veel moeite kostte. Dat besprak ik dan later met mijn therapeuten: “Hoe moet ik daarmee om gaan? Moet ik het blijven proberen of moet ik ermee stoppen? Ik zag het allemaal als leermiddel. Dat wil ik iedereen ook meegeven. Blijf niet met vragen rondlopen. Stel ze, want alleen dan krijg je antwoorden.”
Onzichtbare gevolgen
“De pest aan een CVA is dat je er, bij mij, aan de buitenkant niets van ziet. Ik kan weer praten, lopen en doordat ik 20 kilo ben afgevallen zie ik er juist beter uit. Vanbinnen is er wel veel veranderd. Wat je na een CVA aankan, is voor iedereen anders. Vroeger improviseerde ik veel, dat gaat niet meer. Ik ben sneller moe en ik kan minder goed tegen prikkels, tegenslagen en (tijds)druk. Drie maanden na mijn CVA ging ik voor het eerst weer zelf boodschappen doen. Ik had expres een tijd gekozen waarop het wat rustiger was. Alles ging goed, tot ik mijn boodschappen op de band legde en het kassameisje zei dat haar kassa ging sluiten. Ik blokkeerde volledig. Ik wist niet meer wat ik moest doen en ging zweten. Dat was heel confronterend. Ik dacht als zoiets simpels al niet lukt, hoe zit dat dan met grote dingen? Later besefte ik mij dat het een momentopname was. Je moet je voorbereiden op wat er kan gebeuren of waar je tegenaan kan lopen. Wanneer je dat doet, dan kan je beter omgaan met de onverwachte veranderingen.”
Zelf regie nemen
Dat leermoment heeft Jeroen ook toegepast in het stappenplan wat hij maakte om weer te kunnen gaan werken. “Dit plan was op basis van de zes w’s (wie, wat, waar, wanneer, waarom en waarmee) en tips van mijn therapeuten. Je kan het zien als een handleiding waarmee ik mijzelf – per situatie – kan voorbereiden en daarmee tegenslagen zoveel mogelijk probeer te voorkomen”. Ook hield Jeroen drie weken lang bij wat hij op een dag deed: “Ik noteerde daarbij hoe ik mij voelde en wat mijn energielevel was. Aan de hand van de resultaten maakte ik weer een weekprogramma wat ik in het ziekenhuis doornam met mijn therapeuten. Ik wilde alles uit mijn energie halen, maar mijn therapeuten floten mij terug. Ik leerde bijvoorbeeld dat je reserves nodig hebt voor eventuele tegenslagen. Het koste mijn veel tijd om deze schema’s te maken, maar ik ga mij er de rest van mijn leven aan vasthouden.”
Het is mijn redding geweest
“Mijn vrouw zegt vaak tegen mensen dat mijn beroerte mijn redding is geweest. Ik was succesvol, maar mijn oude leven kostte veel kracht en energie. Door het vele reizen zag ik achteraf gezien mijn kinderen ook te weinig. Zelfs een burn-out was voor mij onvoldoende reden om op de rem te trappen, dat kon ik pas na mijn beroerte. Ik heb het roer volledig omgegooid en ik ben als een andere Jeroen teruggekomen. De band met mijn kinderen is nu veel sterker en intenser. Ik heb bovendien weer tijd om dingen te doen die ik echt leuk vind, zoals schilderen.
Natuurlijk heeft mijn beroerte mij ook veel gekost, maar ik besef ook heel goed dat ik geluk heb gehad. Het had ook heel anders kunnen aflopen, maar ik leef nog. Daar ben ik heel dankbaar voor. Ik zou niet meer terug willen naar mijn oude leven.”