Kunstmatige intelligentie in het Bravis ziekenhuis

Artificial Intelligence (AI) is het toverwoord van dit moment. Dagelijks hoor of lees je over kunstmatige intelligentie. Ook als Bravis ontkomen we niet aan het gebruik van AI. Is dat erg? Of is het juist een zegen? Binnen ons ziekenhuis houdt de expertgroep AI4Bravis zich bezig met de toepassingen van deze ontwikkeling. Groepsleden Martijn Franken (klinisch fysicus) en Martijn Minheere (ic-verpleegkundige) nemen ons mee in de nieuwe technologie. SEH-arts Alexander Jahn vertelt over het gebruik van kunstmatige intelligentie op de spoedeisende hulp.

AI is een geautomatiseerd systeem dat taken uitvoert waar in het verleden menselijke intelligentie voor nodig was. “Het imiteert eigenlijk het gedrag van mensen en leert zich dat zelf aan”, legt Martijn Franken uit. “Wij helpen AI daar onbewust bij. Het mooiste voorbeeld zijn de plaatjes van bruggen en motoren die je moet aanklikken om te laten zien dat je geen robot bent als je op een website wil inloggen. Al die data is gebruikt om de achterliggende algoritmes te trainen. De potentie van AI voor de zorg is enorm. Het kan het werk efficiënter maken, de arts ondersteunen bij het maken van beslissingen of processen beter op elkaar laten aansluiten. Hierin zetten we nu de eerste stappen.”

CT-beelden
Op de SEH wordt kunstmatige intelligentie al twee jaar ingezet. “We hebben een AI-programma dat aan de hand van CT-beelden ziet of er een bloeding in het hoofd zit of een breuk in de nekwervels”, vertelt Alexander. “De beelden worden ook bekeken door een radioloog. Maar de mens is feilbaar. Een AI-programma werkt 24 uur, 7 dagen in de week en heeft geen last van vermoeidheid, drukte of stress. Samen met AI ontdekken we meteen of er sprake is van een bloeding of een breuk. Het kan zijn dat AI een bloeding detecteert die er niet is. Dat is niet zo erg. Wat je niet wil is dat AI een bloeding mist. Dat komt nauwelijks voor en altijd is er de arts om dat te controleren.”

Onderzoek met twintig ziekenhuizen
Binnen Bravis lopen nog enkele AI-trajecten. De afdeling Cliëntzaken maakt gebruik van kunstmatige intelligentie om de Veilig Incidenten Meldingen te ordenen. “In oktober is een onderzoek gestart voor het gebruik van een AI-tool op de SEH en in de kliniek. Dat onderzoek doen we samen met 25 algemene ziekenhuizen”, meldt Martijn Franken. “Aan de hand van algoritmes hopen we de verblijfsduur op de SEH, de opnamekans vanuit de SEH naar de kliniek en de ligduur op de kliniek te kunnen voorspellen.”

Meer inzicht in verblijfsduur
Het onderzoek is gestart op de SEH. “We willen meer inzicht krijgen in de verblijfsduur van de patiënt en of hij wordt opgenomen in de kliniek. Als je dat kunt voorspellen, kun je daar je logistiek op aanpassen. Het is op de SEH altijd heel druk en niet planbaar. Met zo’n tool zou je dat wel kunnen plannen”, aldus Alexander. “Dat is de essentie van AI”, vult Martijn Minheere aan. “Je hebt een brei aan data waarin AI verbanden ziet, die jij en ik niet zien. AI maakt een voorspelling op basis van gegevens waar je zelf niet aan gedacht hebt.”

Altijd kritisch blijven
Zorgvuldigheid is ook bij het gebruik van AI van essentieel belang. “Je moet altijd kritisch blijven”, stelt Alexander. “Bij de scans van hoofd en nek dachten we dat het ons sneller zou maken. Dat blijkt niet het geval. Kwalitatief heeft het ons wel geholpen.” “Je moet ook goed kijken waar de AI-tool vandaan komt”, merkt Martijn Minheere op. “Als een model in een ander land is getraind, krijg je hier andere uitkomsten. Bovendien bestaat het risico dat je blind op AI gaat varen. Die disclaimer moet je altijd afgeven. Je moet altijd zelf blijven denken, want een AI-model kan ernaast zitten.”

De nabije toekomst
In de nabije toekomst gaat AI een steeds grotere rol in ons leven spelen. “De inschatting is dat de algoritmes rond 2030 net zo intelligent zijn als de mens”, vertelt Martijn Franken. “Maar menselijke intuïtie blijft heel lastig door AI te vervangen”, merkt Martijn Minheere op. “Het werk wordt anders en AI helpt ons daarbij.” “We staan voor grote uitdagingen en alles wat bijdraagt om de zorg toegankelijk te houden, is mooi”, vult Martijn Franken aan. “AI is een van de hulpmiddelen, maar zeker niet het enige. En zorgverleners met goed verstand die weten wat ze doen, zijn en blijven onmisbaar.”