- U bevindt zich hier:
- Home
- Afdelingen
- Folders
- Blaasspoelingen
Blaasspoelingen
Inleiding
U heeft van uw behandelend uroloog gehoord dat u oppervlakkige tumoren in uw blaas heeft. Deze tumoren zijn meestal kwaadaardig. Zie blijven beperkt tot het slijmvlies van de blaas. De uroloog kan de tumoren via uw plasbuis helemaal verwijderen. Bij meer dan de helft van de patiënten komen de tumoren terug. Soms worden ze langzaam kwaadaardiger en groeien dieper in de blaaswand. Meestal is het niet voldoende om de tumoren te verwijderen. Het is zeker zo belangrijk ervoor te zorgen dat zij niet terugkomen. Door blaasspoelingen kun je de kans op terugkerende tumoren kleiner maken. Ook kan het ervoor zorgen dat ze minder snel terugkomen. De uroloog kan bij de blaasspoelingen meerdere middelen gebruiken. Bijvoorbeeld: Mitomycine, Gemcitabine (incidenteel) en BCG spoeling. De uroloog kiest zorgvuldig welk medicijn het beste bij u is en hoeveel blaasspoelingen er nodig zijn.
Oorzaak van tumoren in de blaas
Het ontstaan van tumoren kan verschillende oorzaken hebben. Roken is de belangrijkste oorzaak. Het soort werk wat je doet kan ook invloed hebben op de aandoening. Bijvoorbeeld: het werken met bepaalde kleurstoffen of rubber.
Voorbereiding
Binnen enkele weken na het verwijderen van de tumoren komt u op de polikliniek. U komt de eerste afspraak bij de urologieverpleegkundige. Dan krijgt u uitleg over de spoelingen. De volgende spoelingen gaan via het spoelingen spreekuur. Soms krijgt u 24 uur na de ingreep al een blaaspoeling. Als dit het geval is dan moet u proberen de spoeling een uur in de blaas te houden. (Zie verder nazorg Mitomycine) Voor elke nieuwe blaasspoeling vraagt de uroloog of u last heeft van mogelijke bijwerkingen. Drink vier uur voorafgaande aan de spoeling zo weinig mogelijk. Gebruikt u plaspillen (diuretica)? Neem deze dan pas in na de blaasspoeling.
De blaasspoeling
De verpleegkundige brengt u naar een kleedkamer, waar u de onderkleding uit doet. De verpleegkundige reinigt het gebied rond de ingang van de plasbuis met water. Probeert u zo goed mogelijk te ontspannen. Het inbrengen van de dunne slang voor de spoeling zal zo min mogelijk ongemak geven.
De verpleegkundige brengt een dunne slang in de blaas. Zij tapt eventueel aanwezige urine af. Uw blaas is dan leeg voordat u de spoeling krijgt. De verpleegkundige brengt via de slang de blaasspoeling in. Daarna verwijdert de verpleegkundige de slang en mag u zich weer aankleden. Soms wordt de mitomycine spoeling via de verblijfskatheter gegeven. Deze gaat er na het inbrengen van de spoeling er ook weer uit.
Nazorg bij een spoeling met Mitomycine of Gemcitabine
Krijgt u een spoeling met Mitomycine of Gemcitabine? Volg dan onderstaande adviezen op:
- Probeer de spoeling minimaal een en maximaal twee uur in de blaas te houden. U mag na de spoeling op de polikliniek meteen naar huis.
- Ook mannen plassen zittend.
- Spoel het toilet na de eerste keer plassen twee keer door, met gesloten deksel.
- Drink tenminste anderhalf tot twee liter water per dag.
- Vermijd huidcontact met de urine.
- Was de geslachtsdelen na het plassen met ruim voldoende water om irritaties te voorkomen. Doe dit na iedere plas op de dag van de spoeling.
- Heeft u een branderig gevoel tijdens het plassen? Drink dan extra.
- Gebruik bij geslachtsgemeenschap op de dag van de spoeling en twee dagen daarna een condoom.
- Reinig het toilet minimaal een keer per dag met een gewone allesreiniger (GEEN bleekmiddel, azijn of ammonia).
Heeft u urine gemorst net nadat u een spoeling heeft gehad? Dan kunt u het beste het volgende doen:
- Veeg de urine op met toiletpapier en gooi dit in het toilet. Spoel het toilet vervolgens twee keer met gesloten deksel door. Was daarna uw handen goed.
- Maak het toilet en de tegels schoon met koud water. Bij voorkeur doet de patiënt dat zelf. Maakt iemand anders het toilet schoon? Dan moet deze daarbij wegwerp handschoenen dragen.
- Eventueel besmette kledingstukken en ondergoed kunnen gewoon in de was.
Nazorg bij een spoeling met BCG
Krijgt u een spoeling met BCG? Volg dan onderstaande adviezen op:
- Probeer de BCG minimaal een uur en maximaal twee uur in uw blaas te houden. U mag na de spoeling op de polikliniek meteen naar huis.
- Ook mannen plassen zittend.
- Spoel na de eerste keer plassen het toilet twee keer door, met gesloten deksel.
- Reinig de eerste twee dagen na de spoeling na ieder gebruik van het toilet met chloor. Daarna alleen schoonmaken met chloor als er urine gemorst wordt.
- Drink tenminste anderhalf tot twee liter water per dag.
- Vermijd huidcontact met de urine.
- Was de geslachtsdelen na het plassen met ruim voldoende water. Zo voorkomt u irritaties door de blaasspoeling. Doe dit na iedere plas op de dag van de spoeling.
- Heeft u een branderig gevoel tijdens het plassen? Drink dan extra.
- Gebruik bij geslachtsgemeenschap op de dag van de spoeling en zeven dagen daarna een condoom.
Heeft u urine gemorst nadat u net een spoeling heeft gehad? Dan kunt u het beste het volgende doen:
- Veeg de urine op met toiletpapier en gooi dit in het toilet. Spoel het toilet vervolgens twee keer met gesloten deksel door. Was daarna uw handen goed.
- Maak het toilet en de tegels schoon met koud water. Bij voorkeur doet de patiënt dat zelf. Maakt iemand anders het toilet schoon? Dan moet deze daarbij wegwerp handschoenen dragen.
- Eventueel besmette kledingstukken en ondergoed kunnen gewoon in de was.
Bijwerkingen van een blaasspoeling
De meeste patiënten hebben geen bijwerkingen van de blaasspoelingen. Heeft u toch bijwerkingen op? Dan beperken deze zich gewoonlijk tot klachten van de blaas zoals:
- Vaker aandrang om te plassen.
- Een pijnlijk of branderig gevoel in blaas en plasbuis.
- Moeite met ophouden van de plas.
- Bloed of weefseldeeltjes in de urine.
- Hoge koorts, 38.5ºC of hoger.(BCG-itis) Dit is altijd een reden direct contact op te nemen met de polikliniek urologie.
Neem bij pijn zo nodig Paracetamol 4x per dag 2 tabletten van 500 mg.
Vrijwel altijd zijn deze verschijnselen verdwenen op de dag na de spoeling. Zo niet? Dan schrijft de uroloog medicijnen voor om deze bijwerkingen te behandelen.
Blaasspoelingen kunnen ook algemene ziekteverschijnselen veroorzaken. Zoals koorts, koude rillingen, spierpijn en griepgevoel. Overleg bij deze bijwerkingen altijd met uw uroloog wat u hieraan kunt doen. Ook deze bijwerkingen zijn goed te behandelen.
Controle
Uw uroloog kijkt gedurende het eerste jaar na het verwijderen van de tumoren regelmatig in uw blaas (cystoscopie). Dit om te controleren of de spoeling werkt. De uroloog controleert regelmatig uw urine op ontstekingen en kwaadaardige cellen. Soms is het nodig dat er weer biopten afgenomen worden. Dit gebeurt tijdens een operatie (TURT).
De uroloog bespreekt hierna een verder opvolgschema met u. Helaas kunnen na jaren de tumoren toch nog terugkomen. Een langdurige controle is dus van belang. Helpt een spoeling niet bij u? Dan kan de uroloog overgaan op een andere soort spoeling. Ook dit bespreekt de uroloog met u.
Vragen
Heeft u nog vragen? Stel ze gerust aan de uroloog, assistente of urologieverpleegkundige.
Contact
Gebruikt u de BeterDichtbij app en is uw vraag niet dringend? Stel dan uw vraag via de BeterDichtbij app.
De polikliniek urologie is telefonisch bereikbaar op: 088 – 70 68 272.
Kijk op de website voor de actuele bereikbaarheid van de polikliniek. Urologie | Bravis
Buiten kantooruren kunt u tot één week na uw ontslag de spoedeisende hulp bellen.
Bravis locatie Roosendaal: 088 – 70 68 889.
Bravis locatie Bergen op Zoom: 088 – 70 67 302.
08/24