- U bevindt zich hier:
- Home
- Afdelingen
- Folders
- Classificaties bij Cerebrale Parese
Classificaties bij Cerebrale Parese
Inleiding
Uw kind is bekend met Centrale Parese (kortweg CP). De invloed hiervan op het functioneren in het dagelijks leven is voor elk kind anders. Internationaal wordt gebruik gemaakt van classificaties bij CP. Deze geven een beeld van de gevolgen van CP op het dagelijks leven.
De classificaties gaan in op:
- Het verplaatsen (GMFCS).
- Het bewegen van armen en handen (MACS, Zancolli en House).
- Het communiceren (CFCS).
- Het eten en drinken (EDACS).
- Het kijken (VFCS).
In deze folder worden de verschillende classificaties toegelicht. Bij alle classificaties ligt de nadruk op het dagelijks functioneren van uw kind. Op school, thuis en in de woonomgeving. Het is belangrijk de dagelijkse vaardigheden te classificeren. Dus wat doet iemand en niet wat de best mogelijke prestatie is. Kijken naar de mogelijkheden van uw kind in plaats van naar wat niet lukt.
Er wordt rekening gehouden met de leeftijd van uw kind. Om goed te kunnen classificeren, is naast de informatie in deze folder, de uitgebreide handleiding nodig.. U vindt deze onder het kopje Bronnen.
Classificaties CP
Het verplaatsen (GMFCS: Gross Motor Function Classification System)
De GMFCS gaat over de mogelijkheden om te verplaatsen. Er worden 5 niveaus beschreven binnen 5 leeftijdscategorieën. Jonger dan 2 jaar, 2-4 jaar, 4-6 jaar, 6-12 jaar, 12-18 jaar.
I – Loopt zonder beperkingen.
II – Loopt met beperkingen.
III – Loopt met behulp van loophulpmiddel.
IV- Zelfstandig voortbewegen met beperkingen; mogelijk gebruik van een elektrisch vervoershulpmiddel.
V - Wordt vervoerd in een rolstoel.
Het bewegen van handen en armen (MACS: Manual Ability Classification System)
De MACS beschrijft hoe kinderen met CP hun handen gebruiken wanneer ze voorwerpen gebruiken bij dagelijkse activiteiten. Hierbij wordt rekening gehouden met de leeftijd van het kind. Ook bij de MACS worden 5 niveaus beschreven. De MACS classificeert de twee handen samen en niet apart. Er is een MACS-beschrijving voor 1-4 jaar en voor 4-18 jaar.
I - Hanteert voorwerpen gemakkelijk en met succes.
II – Hanteert meeste voorwerpen, maar met iets verminderde kwaliteit en/of snelheid van uitvoering.
III – Hanteert voorwerpen met moeite; heeft hulp nodig bij het voorbereiden en/of aanpassen van activiteiten.
IV- Hanteert een beperkte selectie van makkelijk hanteerbare voorwerpen in aangepaste situaties.
V- Hanteert voorwerpen niet en heeft een ernstig beperkte vaardigheid om zelfs simpele acties uit te voeren.
Het grijpen en loslaten (Zancolli classificatie)
Naast de MACS wordt ook de Zancolli-classificatie gebruikt. Deze classificatie kijkt naar de stand van pols en de vingers (gebogen of gestrekt) bij het grijpen en loslaten. Er bestaan 3 Zancolli-patronen die worden beschreven; patroon I, IIA, IIB of III.
I – Tijdens het grijpen/loslaten met gestrekte vingers is de pols maximaal 20 graden gebogen naar de binnenzijde van de hand (palmzijde).
Het grijpen/ loslaten met gestrekte vingers is alleen mogelijk als de pols meer dan 20 graden gebogen wordt naar de binnenzijde van de hand (palmzijde). EN…
IIA - Met gebogen vingers kan de pols actief gestrekt worden naar de rugzijde van de hand. | IIB - Met gebogen vingers kan de pols niet actief gestrekt worden naar de rugzijde van de hand. |
De duimstand (House classificatie)
Ook de stand van de duim voor het grijpen en loslaten wordt apart geclassificeerd. Daarbij worden de volgende 4 niveaus beschreven.
I- duimbasis wordt naar binnen getrokken. | II- duimbasis wordt naar binnen getrokken en buiging in het grote duimgewricht. | III - duimbasis wordt naar binnen getrokken en overstrekking in het grote duimgewricht. | IV- duimbasis wordt naar binnen getrokken en buiging in het grote en kleine duimgewricht. |
Het communiceren (CFCS: Communicatie Functie Classificatie Systeem)
De CFCS beschrijft hoe effectief de dagelijkse communicatie van een kind met CP verloopt. Het kijkt niet naar de optimale mogelijkheden, maar naar hoe er daadwerkelijk wordt gecommuniceerd. Alle manieren van communiceren worden meegerekend, Naast het gebruik van spraak ook ondersteunende communicatievormen zoals gedrag, gebaren, mimiek, communicatiekaart of spraakcomputer.
Ook de CFCS kent 5 niveaus. De niveaus maken onderscheid in de vaardigheid in het zenden en ontvangen van een boodschap, de conversatiesnelheid en de communicatiepartner.
I - Effectieve zender en ontvanger met zowel bekende als onbekende communicatiepartners.
II - Effectieve maar vertraagde zender en/of ontvanger met bekende en onbekende communicatiepartners.
III - Effectieve zender en ontvanger met bekende communicatiepartners.
IV - Wisselend effectieve zender en/of ontvanger met bekende communicatie-partners.
V - Zelden effectieve zender en ontvanger zelfs met bekende communicatiepartners.
Het eten en drinken (EDACS: Eating and Drinking Ability Classification System)
De EDACS kijkt naar het eet- en drinkgedrag van kinderen met CP. Hierbij worden 5 verschillende vaardigheidsniveaus beschreven. Er wordt gelet op de functionele vaardigheden tijdens het eten en drinken, zoals zuigen, bijten, kauwen, slikken en voedsel of vloeistof in de mond houden. Er wordt ook gekeken naar eventuele aanpassingen in de structuur van voeding en drank, de gebruikte technieken en omgevingskenmerken.
De EDACS kijkt naar de geobserveerde uitvoer en niet naar de best mogelijke uitvoer bij het eten en drinken. De belangrijkste factoren in het eet- en drinkproces zijn veiligheid (risico op verslikken en verstikking) en doelmatigheid/efficiëntie (hoe lang duurt het en hoeveel inspanning kost dit en is er sprake van morsen).
De EDACS brengt ook in kaart of iemand zelfstandig of met hulp eet en drinkt. De EDACS kan toegepast worden vanaf 3 jaar.
I - Eet en drinkt veilig en doelmatig.
II - Eet en drinkt veilig maar met een aantal beperkingen t.a.v. de doelmatigheid.
III - Eet en drinkt met een aantal beperkingen t.a.v. de veiligheid; er kan sprake zijn van beperkingen t.a.v. de doelmatigheid.
IV - Eet en drinkt met aanzienlijke beperkingen t.a.v. de veiligheid
V - Niet in staat veilig te eten en drinken, sondevoeding kan worden overwogen.
Het kijken (VFCS: Visual Function Classification System)
VFCS richt zich op hoe een kind met CP zijn/haar visuele mogelijkheden (het kijken) inzet in het dagelijks leven. Het is geen meting van het gezichtsveld. Het kijkt naar de meest toegepaste inzet en niet naar de meest optimale inzet.
De VFCS kent 5 niveaus die beschreven staan voor personen tot 18 jaar. Er wordt onderscheid gemaakt in inzet van het kijken, het gebruik van compensatie strategieën (zelfstandig of met hulp) en/of eventuele hulpmiddelen voor het kijken.
I - Gebruikt visuele functies gemakkelijk en succesvol bij visueel gerelateerde activiteiten.
II- Gebruikt visuele functies succesvol, mits uit zichzelf compensatie strategieën worden toepast.
III - Gebruikt visuele functies maar heeft enkele aanpassingen nodig.
IV - Gebruikt visuele functies in een sterk aangepaste omgeving, maar voert slechts een deel van de visueel-gerelateerde activiteiten uit.
V- Gebruikt visuele functies niet, zelfs niet in een sterk aangepaste omgeving.
Bronnen
Richtlijn Spastische Cerebrale Parese:
https://richtlijnendatabase.nl/richtlijn/spastische_cerebrale_parese_bij_kinderen/spastische_cerebrale_parese_-_startpagina.html
Oudervragenlijst GMFCS:
https://cpnederland.nl/wp-content/uploads/2021/04/gmfcs.pdf
Mini-MACS (1-4 jaar):
https://macs.nu/files/Mini-MACS_Dutch_2018.pdf
MACS (4-18 jaar):
https://macs.nu/files/MACS_Dutch_2010.pdf
MACS identificatiekaart/ beslisboom:
https://macs.nu/files/MACS_identification_chart_dutch.pdf
Zancolli/House duimclassificatie:
https://richtlijnendatabase.nl/richtlijn/spastische_cerebrale_parese_bij_kinderen/diagnostiek_van_cerebrale_parese/classificatie_ernst_van_spastische_cp.html
Aanbeveling 4.5/bijlagen/beschrijving classificatiesystemen
CFCS
http://cfcs.us/wp-content/uploads/2014/01/Dutch_CFCS_2012_06_04.pdf
VFCS
https://bartimeus.nl/uploads/media/6241a7e115bb1/vfcs.pdf
03/23