- U bevindt zich hier:
- Home
- Afdelingen
- Folders
- Gastroduodenoscopie
Gastroduodenoscopie
Inleiding
U bent door uw behandelend arts verwezen voor een onderzoek (endoscopie) van de slokdarm, maag en twaalfvingerige darm. Dit noemen we een gastroduodenoscopie. Dit onderzoek wordt gedaan door een MDL (Maag-Darm-Lever) arts, internist. In deze folder vindt u informatie over de gang van zaken rond het onderzoek. Het onderzoek wordt uitgevoerd op het scopiecentrum locatie Roosendaal of op locatie Bergen op Zoom van het Bravis ziekenhuis.
Naast deze folder kunt u ook gratis de Patient Journey app downloaden. Deze app deelt voor, tijdens en na de behandeling de juiste informatie op het juiste moment.
Gastroduodenoscopie
De gastroduodenoscopie wordt verricht met behulp van een endoscoop (dit is een buigzame slang met een camera). De endoscoop wordt via de mond ingebracht en voorzichtig doorgeschoven, zodat de binnenkant van de slokdarm, maag en twaalfvingerige darm bekeken kan worden. Met het onderzoek kunnen eventuele afwijkingen worden opgespoord. Via de endoscoop kan er een stukje weefsel weggenomen worden voor verder onderzoek. Men noemt dit een biopt. Indien nodig kunnen er poliepen worden verwijderd, bloedingen worden gestelpt en vernauwingen worden opgerekt. Het onderzoek neemt totaal ongeveer 15 minuten in beslag.
Wat moet u doen bij het gebruik van de volgende medicijnen?
Bloedverdunners
Als u bloedverdunners gebruikt, dient u dit tijdens uw afspraak op het spreekuur aan te geven. Tijdens dat spreekuur krijgt u te horen of het nodig is uw bloedverdunners tijdelijk te stoppen en vanaf welke periode.
Wanneer u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, overleg dan altijd met uw behandelend arts over stoppen, overbruggingstherapie en INR controle.
Diabetes mellitus (suikerziekte)
Indien u diabeet bent, dient u contact op te nemen met uw diabetesverpleegkundige of behandelend arts voor aanvang van de voorbereiding (dieet) om te overleggen of u de hoeveelheid insuline of andere diabetesmedicatie (tijdelijk) moet aanpassen. Graag op de dag van het onderzoek uw diabetesmedicatie meenemen naar het ziekenhuis.
Let op: bepaal tijdens de voorbereiding frequent uw bloedglucosewaarden.
IJzertabletten:
Indien u ijzertabletten gebruikt, moet u 1 week vóór het onderzoek stoppen met het innemen van deze medicijnen. IJzertabletten kleuren de ontlasting zwart waardoor de darmwand moeilijker te reinigen is.
Nuchterbeleid
Het onderzoek kan alleen plaats vinden als u de uren ervoor nuchter bent gebleven. Dit is zeer belangrijk om te voorkomen dat tijdens het onderzoek inhoud van uw maag via uw slokdarm in de luchtpijp en zo in uw longen terecht komt. Het nuchter zijn houdt in:
- Tot 6 uur voor het onderzoek mag u normaal voedsel eten.
- Tot 2 uur voor het onderzoek mag u alleen nog heldere vloeistoffen drinken tot maximaal 400 ml. Bijv. water (eventueel met aanmaaksiroop), thee, zwarte koffie (evt. met suiker), helder sap zonder vruchtvlees. Geen melkproducten en koolzuurhoudende dranken.
- Tot 2 uur voorafgaand aan het onderzoek mag u roken, daarna niet meer.
Het onderzoek
Voor het onderzoek begint neemt de verpleegkundige een aantal vragen met u door.
U krijgt de mogelijkheid om te kiezen voor verdovende keelspray. Wanneer u een gebitsprothese draagt, neemt u deze voor het onderzoek uit de mond. Hiervoor ontvangt u van de verpleegkundige een gebitsbakje. Tijdens het onderzoek ligt u op de linkerzijde op de onderzoektafel en krijgt u een mondstuk in. Bij het inbrengen van de endoscoop via de mond, blijft u rustig ademen, totdat de arts u vraagt een slikbeweging te maken. Om een benauwd gevoel te voorkomen blijft u gedurende het onderzoek normaal door ademen. Tijdens het onderzoek wordt er wat lucht in de maag geblazen waardoor de maag ontplooit en het maagslijmvlies goed zichtbaar wordt. Dit geeft een vol en drukkend gevoel in de buik. Probeer ontspannen te blijven, u hoeft zich niet te schamen voor kokhalzen, boeren of winden laten. De artsen en verpleegkundigen zijn daar aan gewend. Slijm kunt u beter niet doorslikken, maar uit de mond laten lopen. Daarvoor ligt een doekje onder uw hoofd.
Voorbereiding op het onderzoek met een kalmerend middel
Het uitvoeren van het onderzoek met een kalmerend middel is niet vanzelfsprekend. De verwijzend arts bespreekt de noodzaak van het kalmerend middel met de uitvoerend arts. Indien het onderzoek met kalmerend middel plaatsvindt trek dan ruimzittende bovenkleding aan en verwijder de nagellak van tenminste 1 vinger.
In de voorbereidingsruimte neemt de verpleegkundige een vragenlijst met u door en wordt u aangesloten aan de bewakingsapparatuur. U krijgt een infuusnaaldje dat dient voor de toediening van het kalmerend middel op de behandelkamer.
Belangrijke regels indien het onderzoek met een kalmerend middel heeft plaatsgevonden:
- Mag u meestal na 1 tot 1 1/2 uur de uitslaapruimte verlaten.
- Mag u gewoon eten en drinken. U krijgt na het onderzoek op het scopiecentrum iets te eten en thee of koffie.
- Is een opgeblazen gevoel en winderigheid normaal.
- Is uw reactievermogen tot 24 uur na het onderzoek niet optimaal. Het kan namelijk zijn dat u nog slaperig bent na het gebruik van een kalmerend middel.
- Mag u niet aan het verkeer deelnemen, dus niet zelfstandig met de auto, brommer, scootmobiel rijden, fietsen of zonder begeleiding gaan wandelen.
- Mag u geen alcohol drinken.
- Mag u geen belangrijke beslissingen nemen.
- Mag u niet gaan werken en geen zware lichamelijke werkzaamheden doen.
- Mag u niet zonder begeleiding met het openbaar vervoer of taxi reizen.
Na het onderzoek:
U mag meteen naar huis. Als u het onderzoek met een kalmerend middel heeft ondergaan dan verblijft u nog 5 kwartier op het scopiecentrum ter observatie.
Als u een keelverdoving heeft gekregen wacht u nog 1 uur met eten en drinken i.v.m. het gevaar op verslikken.
Het kan zijn dat uw keel na het onderzoek wat gevoelig aan voelt.
Complicaties
Complicaties doen zich zelden voor. Krijgt u toch ernstige maagpijn of koorts?
Neem dan direct contact op met het scopiecentrum: tel: 088-70 68 450.
Buiten de kantooruren kunt u ons bereiken via :
Spoedeisende hulp locatie Roosendaal tel: 088 – 70 68 889
Spoedeisende hulp locatie Bergen op Zoom tel : 088 – 70 67 302
De uitslag
De arts die het onderzoek verricht, vertelt u direct na het onderzoek wat er gezien is. Vaak moet eerst het resultaat van het weefselonderzoek worden afgewacht. Dat duurt ongeveer een week. U krijgt dan de definitieve uitslag via uw huisarts of behandelend specialist.
Overige belangrijke zaken
Taalbarrière
Als er sprake is van een (te verwachten) taalbarrière, gaan wij ervan uit dat de patiënt zelf zorg draagt voor de oplossing hiervoor.
Pacemaker of ICD
Heeft u een ICD-kastje of een pacemaker? Meld dit dan aan uw behandelend arts.
Zwangerschap
Bent u (mogelijk) zwanger? Meld dit vooraf aan uw behandelend arts.
Neurostimulator
Heeft u een neurostimulator? Dan dient u de afstandbediening hiervoor mee te nemen naar het onderzoek. Het kan zijn dat het voor het onderzoek nodig is om deze even stop te zetten.
Stoma
Indien u een stoma heeft graag de benodigde verzorgingsmaterialen meenemen.
Tandschade
Tijdens het onderzoek beschermen wij uw tanden met een mondstuk. Het is belangrijk dat u eventuele gebitsproblemen vooraf meldt, zodat wij hier rekening mee kunnen houden. Mocht er toch tandschade ontstaan zijn de eventuele kosten van herstel voor uw eigen rekening.
Vragen?
Heeft u nog vragen over het onderzoek? Stel ze gerust aan een medewerker van het scopiecentrum, bereikbaar tijdens kantooruren op tel. 088 -70 68 450.
Verhinderd?
Bent u verhinderd op het moment van de afspraak?
Geef dit dan zo spoedig mogelijk (uiterlijk 24 uur van tevoren) door aan het secretariaat van het scopiecentrum, tijdens kantooruren bereikbaar op tel: 088 - 70 68 450.
Er kan dan iemand anders in uw plaats komen. Zo nodig kunt u dan meteen een nieuwe afspraak maken.
Suggesties en klachten
De organisatie van het ziekenhuis kan altijd beter. Uw suggesties zijn dan ook van harte welkom op het Patiënten Service Bureau. Ook kan het voorkomen dat u niet helemaal tevreden bent over de manier waarop u in ons ziekenhuis behandeld bent. Bespreek dit in de eerste plaats met degene die u daarvoor verantwoordelijk acht, bijvoorbeeld de arts, het hoofd van de afdeling of een verpleegkundige.
Lost dit gesprek uw probleem niet op dan kunt u contact opnemen met het Patiënten Service Bureau. Het ziekenhuis beschikt namelijk over meerdere procedures voor de correcte afhandeling van klachten. Het Patiënten Service Bureau kan u daarbij helpen.
09/23