Ingreep bij sacrale neuromodulatie; SNM

1e Fase: uitleg ingreep en start testperiode

De ingrepen gebeuren op de operatieafdeling met een opname op kort verblijf of dagopname. Uw arts zal dit met u bespreken. Mocht u nog vragen hebben, stel deze dan voorafgaand aan de ingreep aan uw arts of urologieverpleegkundige.

Voorbereiding op de eerste ingreep (1e fase)

Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt (zoals Ascal, Plavix, Persantin Acenocoumarol, Marcoumar, Sintrom), moet u voor de operatie stoppen met het innemen van deze medicijnen. Uw behandelend arts bespreekt dit met u. Eventueel moet u tijdelijk een ander soort bloedverdunnend medicijn gebruiken. Ascal 80 mg mag u wel gewoon innemen.
U krijgt een informerend gesprek met de urologieverpleegkundige over het gehele traject, zowel de 1e als de 2e fase wordt met u besproken.
Via de opname wordt u geïnformeerd over het eventueel nuchter zijn.
Het is noodzakelijk dat u uw behandelend arts informeert als u:

- overgevoelig bent voor bepaalde geneesmiddelen zoals antibiotica.

- overgevoelig bent voor bepaalde stoffen zoals pleisters, latex of jodium.

- misschien zwanger bent.

Ook vanwege de beperking in leef- en beweegregels is het advies om na de ingreep niet alleen naar huis te gaan. Regel daarom van tevoren vervoer van en naar huis.

De 1e fase: begin van de testperiode

Procedure (onder narcose)

Tijdens de ingreep ligt u op de buik. De arts tekent op uw onderrug de plaats af waar de elektrodedraad wordt geplaatst. De arts brengt een testnaald in om de juiste sacrale zenuw te vinden. Zodra de naald is geplaatst, wordt er een klein stroompje door de naald naar de zenuw gestuurd.

Om de reactie van de bekkenbodem te kunnen zien, worden de billen iets gespreid met pleisters. Gedurende de ingreep wordt er gebruik gemaakt van röntgendoorlichting.

Als de beste plaats eenmaal gevonden is, vervangt de arts de naald door een elektrodedraad. Deze elektrodedraad wordt onderhuids aangesloten op een verlengkabeltje. Hiervoor wordt een klein sneetje van enkele centimeters gemaakt. Dit is dezelfde plaats waar, na een succesvolle testperiode, de definitieve neuromodulator wordt ingebracht.

De onderrug wordt afgeplakt met speciale pleisters die de gehele testperiode blijven zitten. U mag altijd pleisters bijplakken, maar geen pleisters verwijderen. Als vervanging van de pleisters nodig is, mag u contact opnemen met de urologieverpleegkundige. De ingreep duurt in totaal circa 1 uur.

De externe neuromodulator en de afstandsbediening

Voor de test wordt er gebruik gemaakt van een externe neuromodulator en een afstandsbediening.

Het aansluiten en activeren van de neurostimulator gebeurt door de urologieverpleegkundige, indien mogelijk binnen 24 uur na de ingreep. Dit zal bij voorkeur op de afdeling gebeuren, soms zal het instellen de volgende dag plaatsvinden op de polikliniek urologie. Door plaatselijke zwelling kan het zijn dat de werking de eerste dagen nog niet optimaal is.

De neuromodulator geeft stroompjes af en stimuleert de zenuw. De afstandsbediening werkt draadloos, hiermee kunt u eventueel zelf de sterkte van de prikkeling aanpassen.

De urologieverpleegkundige zal uitleggen hoe deze afstandsbediening werkt. U krijgt een plas- en/of poepdagboek mee om bij te houden, leefregels en de wondzorg worden besproken. Ook krijgt u bij ontslag controle afspraken mee. Pijnmedicatie na de ingreep kan nodig zijn, meestal werkt paracetamol voldoende, neem hiervan dan 2-3x dgs 1000 mg.

Leefregels na de 1e fase

Niet alleen naar huis na de ingreep.
Tot de 2e fase: niet bukken, niet tillen, onderrug recht houden.
Tot de 2e fase: niet autorijden.
Tot de 2e fase: niet douchen en niet in bad, alleen wassen aan de wastafel.

1e fase met definitieve geleidingsdraad

De 2e fase: eind van de testperiode (wel of géén succes?)

Na afloop van de testperiode volgt altijd een tweede ingreep. Gedurende de testperiode wordt bekend wat er tijdens de tweede ingreep gebeurt. Daarbij zijn er twee mogelijkheden:

verwijdering van het testsysteem.
plaatsing van de definitieve neuromodulator.

1. Verwijdering van het testsysteem

Als tijdens de testperiode uw klachten onvoldoende verminderd zijn, worden de geplaatste elektrodedraad en het verlengkabeltje verwijderd. Dit duurt ongeveer 20 minuten.

U houdt een litteken van enkele centimeters en twee kleine littekens over.

2. Plaatsing van de neuromodulator

Als tijdens de testperiode blijkt dat u baat heeft bij de behandeling met sacrale neuromodulatie, plaatst de arts tijdens de tweede ingreep de definitieve neuromodulator. Tijdens deze ingreep zoekt de arts de verbinding van de elektrodedraad en het verlengkabeltje op en wordt de definitieve neuromodulator aangesloten op de elektrodedraad. Dit duurt ongeveer 40 minuten. De urologieverpleegkundige komt op de afdeling langs om de neuromodulator in te stellen. U krijgt ook uitleg over de afstandsbediening, wondzorg en leefregels. Door plaatselijke zwelling kan het zijn dat de werking de eerste dagen nog niet optimaal is. Na 6 weken komt u weer op controle bij zowel de arts als de urologieverpleegkundige. Pijnmedicatie na de ingreep kan nodig zijn, meestal werkt paracetamol voldoende, neem hiervan dan 2-3x dgs 1000 mg.

2e fase, definitieve plaatsing inwendige neurostimulator

Leefregels na de 2e fase

Niet alleen naar huis na de ingreep.
Folieverband mag na 1 dag verwijderd worden.
2 weken: niet bukken, niet tillen, onderrug recht houden.
2 weken: niet autorijden.
1 week niet in bad, douchen mag wel.

Na de plaatsing is jaarlijkse controle aan te raden, zowel bij de uroloog als de urologieverpleegkundige. De urologieverpleegkundige kan dan diverse metingen uitvoeren om de werking van de neuromodulator te controleren.