- U bevindt zich hier:
- Home
- Afdelingen
- Folders
- Klaplong (pneumothorax)
Klaplong (pneumothorax)
Wat is een klaplong?
Een klaplong is een longziekte waarbij uw long voor een deel of helemaal is ingeklapt. U kunt een klaplong krijgen door een verwonding. Een klaplong kan ook zonder aanleiding ontstaan. Uw arts noemt een klaplong een pneumothorax.
Is uw long voor een deel, of helemaal ingeklapt? Dan kan de long zuurstof niet goed opnemen. Hierdoor kunt u benauwd zijn en last hebben van pijn op de borst. Dat kan flink schrikken zijn. Het is belangrijk dat u contact opneemt met een arts.
Hoe kan een long inklappen?
Strak om de buitenkant van uw longen zitten longvliezen. Tussen deze vliezen zit een laagje vloeistof. Dat laagje zorgt ervoor dat uw longvliezen makkelijk ten opzichte van elkaar kunnen bewegen als u in- en uitademt. Soms komt er lucht tussen uw longvliezen, bijvoorbeeld door een verwonding, een ontsteking of een zwakke plek in de longen. Dan klapt uw long helemaal of gedeeltelijk in, dat komt omdat een long elastisch is, net als een ballon.
Hoe ontstaat een klaplong?
Een klaplong kan op twee manieren ontstaan:
- Zonder aanleiding. Dit wordt ook wel een spontane klaplong genoemd. De artsen weten niet hoe dit ontstaat.
- Niet-spontaan. Er is een duidelijke oorzaak aan te wijzen. Een niet-spontane klaplong ontstaat bijvoorbeeld doordat u gewond bent geraakt, bijvoorbeeld als u een rib breekt.
Welke soorten zijn er?
- Een klaplong waarbij de lucht de holte in uw longen vult. Uw arts noemt dit een pneumothorax.
- Een klaplong waarbij bloed en lucht de holte in uw longen vullen. Uw arts noemt dit een hemopneumothorax.
Symptomen van een klaplong
Bij een klaplong horen een aantal duidelijke symptomen. Meestal voelt u een stekende pijn op de borst op het moment dat u de klaplong krijgt. Daarna zucht u moeilijk en heeft u een benauwd gevoel. Een klaplong is een pijnlijke, soms beangstigende ervaring.
U herkent een klaplong aan de volgende symptomen:
- U heeft een stekende pijn op de borst, die verergert tijdens het ademen. U voelt deze pijn vooral op het moment dat u de klaplong krijgt.
- U zucht moeilijk.
- U bent benauwd.
Diagnose klaplong
De arts stelt u een aantal vragen waarmee hij probeert te achterhalen waar uw symptomen vandaan komen. Daarna doet hij een lichamelijk onderzoek om de diagnose te stellen. Hierbij luistert hij met een stethoscoop naar uw longen. Vermoedt hij dat u een klaplong heeft? Dan laat hij meestal een röntgenfoto maken. Hierop is goed te zien of een long is ingeklapt. Soms wordt er nog een CT-scan gemaakt. Hiermee kan de arts de longen vanuit verschillende hoeken bekijken.
Behandeling van een klaplong
Bij de behandeling van een klaplong is het belangrijk dat u uitrust. Soms krijgt u extra zuurstof. Als dit niet helpt kijkt de arts of een operatie nodig is.
Er zijn verschillende behandelingen:
- Is uw long niet ver ingeklapt, dan is rust meestal voldoende om uw klaplong te genezen. Uw lichaam zorgt zelf dat de klaplong goed geneest. Heeft u pijn? Vraag uw arts dan gerust om pijnstillers.
- Soms krijgt u extra zuurstof als behandeling. Uw lichaam neemt de lucht tussen de longvliezen sneller op. Uw long neemt sneller weer zijn normale vorm aan.
- Is uw long ver ingeklapt, dan plaatst de arts een slangetje(drain). Onder verdoving plaatsen ze dit slangetje in uw borst en sluiten we dit aan de Thopaz pomp. De Thopaz pomp is een compact digitaal drainagesysteem. Deze voert lucht en vloeistof uit uw borstholte door een zuigmechanisme. Voor deze behandeling moet u naar het ziekenhuis. U krijgt een lokale verdoving. Het ‘lek’ in de vliezen herstelt meestal vanzelf.
- Als het lek niet vanzelf overgaat of om een volgende klaplong te voorkomen, kan het zijn dat de arts ervoor kiest om de longen te plakken. Dit kan op verschillende manieren gebeuren. Als dit voor u van toepassing is, krijgt u op dat moment uitleg.
- Soms is een operatie nodig, dit wordt een VATS genoemd.
Duur behandeling (thopaz)drain
Het slangetje blijft zitten tot er geen luchtlekkage van de long meer is en deze de borstkas weer volledig vult. In de tussentijd blijft u opgenomen. U mag, in overleg met de longarts, meestal gewoon over de afdeling lopen. Dit kan dagen tot meer dan één week duren. Soms lukt het niet op deze manier en zal worden overlegd met de chirurg om het lek te dichten.
Bij het verwijderen van het slangetje (meestal voelt u hier niks van) dekken we het wondje af met vaseline en een gaasje/pleister. Deze pleister blijft gedurende 3 dagen zitten. Dit houdt in dat u gedurende deze dagen niet kunt douchen. Meestal maken we na het verwijderen van de drain nog een controle longfoto.
Wanneer krijgt u een operatie?
Herstelt het lek niet met rust of met een drain? Dan is een operatie nodig om het lek te dichten. Dit is een kleine ingreep waarbij geen grote littekens ontstaan. Vermoedt de arts dat er een kans bestaat dat u opnieuw een klaplong krijgt? Dan zal hij tijdens een kijkoperatie het longvlies in de borstkas ‘opruwen’. Hij behandelt daarbij de longvliezen zó dat ze aan elkaar gaan kleven. Dat maakt de kans dat u een nieuwe klaplong krijgt zeer klein.
Herstel en leefregels
Heeft u een klaplong gehad? Dan zal uw arts met u bespreken wat u zelf kunt doen om te herstellen. Daarnaast zijn er een aantal algemene adviezen. Daarmee worden uw longen sterker en verkleint de kans dat u nog eens een klaplong krijgt.
- Ga 3 maanden lang niet vliegen.
- Sport 2 maanden lang niet.
- Doe 6 weken lang geen zwaar huishoudelijk werk, zoals ramen zemen of stofzuigen.
- Til 6 weken lang niets zwaars.
- Duik niet. Duiken op (grote) dieptes zorgt voor een enorm drukverschil. En dat geeft een grotere kans op een klaplong.
- U mag wel zittend werk doen.
- U mag lopen en fietsen als u het langzaam opvoert.
Hoe vermindert u kans op herhaling?
Meestal ontstaat een klaplong spontaan. Helaas is het daardoor lastig om de kans op herhaling te verkleinen. Rookt u? Dan helpt het enorm om te stoppen. Niet roken vermindert de kans op herhaling van een spontane klaplong.