- U bevindt zich hier:
- Home
- Afdelingen
- Folders
- Longembolie
Longembolie
Wat is een longembolie?
Bij een longembolie raakt een bloedvat naar uw longen verstopt. Hierdoor krijgt u minder zuurstof in uw bloed. Dit kan ervoor zorgen dat u moeite krijgt met ademhalen. U kunt zich ook angstig voelen.
Uw longen hebben bloed nodig om goed te werken. Bij een longembolie komt er minder zuurstof in uw bloed. De longslagader vervoert bloed met weinig zuurstof naar uw longen. Daar neemt het bloed zuurstof op. Het zuurstofrijke bloed gaat dan via de longader naar uw hart en wordt rondgepompt door uw lichaam. Bij een embolie raakt de ader of slagader verstopt. Er stroomt dan minder bloed naar delen van uw long die achter de embolie liggen. Daardoor kan het achterste deel van uw long geen zuurstof opnemen uit de ingeademde lucht. Hoe hoger de verstopping zit, hoe groter het deel van uw longen is dat geen zuurstof krijgt. Uw hart moet dan harder werken om genoeg bloed door uw longen te pompen. Als de verstopping in de bloedvaten groot is, krijgt u een tekort aan zuurstof. Daardoor is het moeilijk om adem te halen.
Soorten longembolie
Een longembolie kan zich in het midden of aan de rand van uw long bevinden. De bloedprop kan groot of klein zijn. Soms zijn er meerdere proppen. Dan zijn meerdere vertakkingen van de longslagader afgesloten. Een grote prop in het midden van een long noemen we een ‘grote’ longembolie. Dit is een ernstige ziekte.
Longinfarct na een longembolie
In één op de tien gevallen volgt na een longembolie ook een longinfarct. Een longinfarct ontstaat als een deel van het longweefsel geen bloed meer krijgt en daarmee ook geen zuurstof. Als dit te lang duurt, gaat dit weefsel dood. Dit noemen we een longinfarct. Een ernstige longembolie kan levensbedreigend zijn.
Oorzaak van een longembolie
De oorzaak van een longembolie is meestal een bloedprop die een (slag)ader van uw longen blokkeert. Een bloedprop is bloed dat gestold is. De prop zit meestal eerst ergens anders in het lichaam. Dit heet trombose. Als er een stukje los komt van dit bloedstolsel, verplaatst dit stukje zich met het bloed. Via het bloed komt dit in uw longen terecht.
Prop in uw longen
Als de prop groot is, blijft hij hangen in uw longslagader. Hoe ernstig dit is, hangt af van waar de prop blijft hangen en welk gebied in de longen minder bloed krijgt. Hoe eerder de prop blijft hangen, hoe groter de gevolgen.
Vet of lucht
Naast een bloedprop, kan ook vet of lucht de oorzaak zijn. Deze komen dan via het bloed in uw longslagader terecht. Het vet komt meestal uit bot. Lucht kan in het bloed komen met een injectie. In heel uitzonderlijke gevallen zijn stukjes tumor de oorzaak van de longembolie.
Mogelijke risico's longembolie
- hogere leeftijd
- weinig bewegen
- overgewicht
- verlamming
- een operatie, vooral in de buik
- een breuk in been, bekken of heup
- een hoge bloeddruk
- erfelijke aanleg
- roken of een hoog cholesterol
- zwangerschap
- de pil: het risico bij jonge, gezonde vrouwen is echter erg klein
- bepaalde longziekten en andere ziekten zoals kanker, diabetes, hartziekten of een beroerte.
Symptomen van een longembolie
Een longembolie kan verschillende klachten geven. Dat hangt af van waar de bloedprop zit in uw longen en hoe groot deze is. Ook uw algehele gezondheid speelt een rol.
Symptomen van een longembolie kunnen zijn:
- benauwdheid
- pijn op de borst bij ademhalen
- hoesten, soms met bloed
- snellere ademhaling
- een verhoogde hartslag
- zweten
- licht gevoel in het hoofd
- zwakkere hartslag.
Onderzoek naar longembolie
Uw arts kan verschillende onderzoeken afspreken om een longembolie vast te stellen. Uw arts geeft aan welke onderzoeken nodig zijn.
Dit kan zijn:
- bloedonderzoek: om zuurstofgehalte en bloedstolling te meten
- röntgenfoto: om andere (long)ziekten uit te sluiten.
- echo: om de bloeddoorstroming in uw benen te bekijken.
- scan (meestal CT-scan): om de bloeddoorstroming in uw longen te bekijken.
- hartfilmpje (ECG): om hartactiviteit te meten
Behandeling van een longembolie
Bij een longembolie zit er een bloedstolsel in uw longslagader. Uw lichaam ruimt het stolsel meestal zelf op. Maar er is kans op nieuwe stolsels. Daarom krijgt u bloedverdunners, ook wel antistollingsmiddelen genoemd.
Eerst krijgt u injecties met bloedverdunners. Als uw bloed dun genoeg is gaat u over op bloedverdunnende tabletten. Alleen in uitzonderlijke gevallen is een operatie nodig om de longembolie te verwijderen.
Als u geen bloedverdunners kunt nemen plaatst de arts soms een filter in het bloedvat.
In het ziekenhuis
De behandeling van een longembolie vindt plaats in het ziekenhuis. Hiervoor is een tijdelijke opname nodig. Soms mag u dezelfde dag alweer naar huis.
Herstel bij een longembolie
Zodra de longembolie weg is, probeert de arts herhaling te voorkomen. Daarom blijft u bloedverdunners slikken. Meestal gedurende 3 tot 12 maanden. In sommige gevallen moet u de bloedverdunners altijd blijven gebruiken.
Leefregels bij longembolie
Een longembolie is een heftige ervaring met soms ingrijpende gevolgen. Het verwerken ervan kan een tijd duren. Dat u zich in die periode verdrietig voelt, of bang bent, is begrijpelijk.
Door onderstaande adviezen op te volgen, verkleint u de kans op herhaling.
Zo verkleint u het risico
- zorg voor voldoende beweging.
- rook niet en voorkom meeroken.
- leef gezond: een gezond gewicht en gezonde voeding helpen.
- drink voldoende, het liefst water.
- maakt u lange reizen? Zorg dan steeds voor beweging. Strek als u zit regelmatig uw benen en zet hierbij kracht tegen de grond.
- moet u langere tijd zitten? Steunkousen kunnen voorkomen dat het bloed onder in de benen ophoopt.
- Gebruikt u de anticonceptiepil? Overleg met uw arts over anticonceptie.