- U bevindt zich hier:
- Home
- Afdelingen
- Folders
- Operatie aan de in- en uitwendige neus (Septorhinoplastiek)
Operatie aan de in- en uitwendige neus (Septorhinoplastiek)
Inleiding
Uw behandelend KNO-arts heeft u voorgesteld een operatie te ondergaan aan de in- en uitwendige neus (septorhinoplastiek). In deze folder vindt u informatie om u op deze operatie voor te bereiden.
Functie van de neus
De neus is niet alleen een reukorgaan, maar ook een deel van de ademhalingsorganen.
De neus verwarmt, bevochtigt en filtert de ingeademde lucht. Daarnaast heeft de neus een belangrijke functie bij de stemvorming en bij het afvloeien van het traanvocht. Tenslotte bepaalt de uitwendige vorm van de neus voor een belangrijk deel het uiterlijk van een persoon.
Verstoorde functie van de neus
De functie van de neus kan door verschillende oorzaken verstoord zijn, zoals een verkoudheid, allergie (overgevoeligheid) of een afwijkende vorm van het inwendige van de neus. Een scheefstand van het neustussenschot (septum) komt het meeste voor. Dit geeft klachten zoals een gevoel van verstopping, een gestoorde ademhaling of hoofdpijn. Een operatie om het neustussenschot recht te zetten (septumcorrectie) komt veel voor.
Wat is een Septorhinoplastiek?
Naast een afwijking van het neustussenschot kan soms een abnormale vorm van de buitenkant van de neus ook de neusfunctie verstoren. Soms kan een correctie aan het neustussenschot alleen plaatsvinden door ook de vorm van de uitwendige neus aan te passen met een septorhinoplastiek. Hierbij corrigeert de KNO-arts zowel de binnenkant als de buitenkant van de neus. Deze ingreep herstelt niet alleen de functie, maar kan ook het uiterlijk veranderen. Deze operatie is uitgebreider dan de septumcorrectie. De KNO-arts zal bij een septorhinoplastiek in het algemeen geen zichtbare snedes aan de buitenkant van de neus maken. Er blijven dan geen zichtbare littekens achter. Soms is een klein sneetje aan de onderkant van de neus nodig. De KNO-arts zal dit dan met u overleggen.
Opname
De operatie vindt plaats onder algehele narcose. Meer informatie over narcose leest u in de folder anesthesie.
Om complicaties tijdens de narcose te voorkomen, moet u nuchter zijn. Nuchter zijn betekent dat u niets gegeten of gedronken heeft. Meer informatie over hoe lang u nuchter moet zijn en wat u wel en niet mag eten, vindt u in de volgende folders:
Na de operatie
Nadat de KNO-arts het neustussenschot en de uitwendige vorm van de neus heeft aangepast, krijgt u siliconen schotjes (splints) en tampons in de neus aangebracht. De siliconen schotjes houden het inwendige weefsel op zijn plaats. Is ook het bot van de uitwendige neus geopereerd? Dan krijgt u over de neus pleisters en een kunststof kapje om de neus vast te zetten. Na de operatie verblijft u een nacht in het ziekenhuis. De volgende ochtend komt u voor controle bij de KNO-arts op de polikliniek. Meestal zal de KNO-arts dan de tampons uit de neus verwijderen. Daarna mag u naar huis.
De siliconen schotjes moeten een week blijven zitten. Het kunststof kapje moet een week tot tien dagen op zijn plaats blijven om te zorgen dat de weefsels en de botstukken weer in de goede positie aan elkaar groeien.
Adviezen voor thuis
Omdat u onder algehele narcose bent geweest, adviseren wij u de eerste vierentwintig uur na
de operatie het volgende:
- blijf thuis;
- rust veel;
- eet kleine licht verteerbare maaltijden;
- drink geen alcohol;
- bestuur geen vervoermiddel.
Uw concentratie- en beoordelingsvermogen kunnen verminderd zijn na de narcose.
U kunt na de operatie last hebben van keelpijn en spierpijn. Dit is normaal en gaat meestal
vanzelf over. U kunt enige tijd na de operatie nog snel vermoeid zijn.
Na de operatie kan er een zwelling rond de neus optreden. Dit is het gevolg van kleine
bloeduitstortingen en kneuzingen die optreden tijdens de operatie. Dit verdwijnt meestal binnen enkele dagen. De neuspunt kan gevoelig zijn en beurs aanvoelen. Ook kunnen de boventanden en bovenlip pijnlijk of doof aanvoelen. Soms treedt in de avond hoofdpijn op door het aanspannen van de spieren rond het operatiegebied.
Na het verwijderen van de tampons start u met spoelen en zalven van de neus. Dit is belangrijk om de oude bloedresten en korstjes uit het wondgebied te verzachten en weg te spoelen. Deze behandeling doet u drie tot vier keer per dag gedurende enkele weken totdat er geen korsten meer uit komen.
De eerste zes weken na de operatie moet u voorkomen dat er drukverhoging in de neus ontstaat. Dit kunt u voorkomen door:
- niet te bukken, te tillen en te persen;
- de neus niet te snuiten (ophalen mag wel);
- te niezen met de mond open;
- niet te sporten.
Draag geen bril als de benige neusrug is gecorrigeerd.
Door warmte ontstaat verwijding van de bloedvaten. Hierdoor kan een bloeding optreden.
U kunt dit voorkomen door:
- niet te heet te douchen;
- eten en drinken te laten afkoelen;
- geen gebruik te maken van sauna;
- de eerste dagen zonneschijn te vermijden.
Pijn
Het is mogelijk dat u last heeft van pijn. Voor de pijn kunt u zo nodig paracetamol innemen.
Gebruik geen middelen die aspirine bevatten want dat vergroot de kans op nabloedingen.
Controleafspraak
U krijgt een afspraak voor controle op de polikliniek KNO. Hierbij verwijdert de KNO-arts ook eventuele hechtingen en het kunststof kapje van de neus. De KNO-arts overlegt met u wanneer u weer kunt werken of naar school kunt gaan. Meestal is dat goed mogelijk na twee weken. Na zes weken mag u weer sporten.
Complicaties
Complicaties komen zelden voor. Krijgt u de eerste veertien dagen na de ingreep toch problemen, zoals:
- koorts hoger dan 38,5 °C;
- heftige pijn;
- misselijkheid;
- een nabloeding;
- abnormale zwelling of roodheid van het operatiegebied;
- veel niezen.
neem dan contact op met het ziekenhuis:
op maandag t/m vrijdag tussen 08.00 en 17.00 uur belt u:
polikliniek KNO: 088 -70 67 342
- Buiten deze tijden belt u met de afdeling spoedeisende hulp
- locatie Bergen op Zoom: 088 -70 67 302
- locatie Roosendaal: 088 – 70 68 889
Contact
Het is niet mogelijk om in een voorlichtingsfolder alle details voor elke situatie te beschrijven.
Heeft u nog vragen na het lezen van deze folder? Stel uw vragen dan aan uw KNO-arts.
De polikliniek KNO is tijdens kantooruren bereikbaar op 088 – 70 67 342.
02/23