- U bevindt zich hier:
- Home
- Afdelingen
- Folders
- Plas-observatie (het plassen) TWOC
Plas-observatie (het plassen) TWOC
Inleiding
Kortgeleden bent u met een verblijfskatheter uit het ziekenhuis naar huis gegaan. Of u heeft een katheter op de polikliniek gekregen. De arts heeft met u besproken wanneer deze katheter er weer uit mag. Als de katheter er uit is gehaald, wordt er een plas-observatie uitgevoerd. Dit wordt ook wel TWOC (Trial Without Catheter) genoemd. Er wordt dan gekeken hoe het plassen gaat als de katheter eruit is gehaald.
De arts heeft samen met u besproken wanneer de katheter verwijderd mag worden. Wanneer deze verwijderd mag worden hangt af van uw medische voorgeschiedenis. Maar ook hoe erg de plasklachten waren voordat u de katheter kreeg. Daarnaast wordt er ook gekeken hoe vol de blaas was bij het plaatsen van de katheter. De arts zal beslissen of de observatie op de polikliniek kan gebeuren of dat u een dag in het ziekenhuis moet blijven. In deze folder gaan we verder in op de observatie gedurende een dagopname. Tijdens deze opname wordt gekeken naar hoe goed u zelf kunt plassen en of uw blaas voldoende leeg raakt.
Opname
Op de afgesproken dag en tijdstip meldt u zich op de met u afgesproken afdeling. Op de afdeling wordt u ontvangen door een verpleegkundige die u wegwijs maakt. De verpleegkundige houdt een kort opnamegesprek met u. Verder neemt ze de dagindeling met u door en geeft u instructies over het plassen en het residu meten. Met residu wordt de hoeveelheid urine bedoeld die na het plassen achterblijft in de blaas.
De verpleegkundige verwijdert daarna de katheter terwijl u op bed ligt. U krijgt van de verpleegkundige een urinaal of po op het toilet. Daarin moet u plassen als u hier aandrang voor heeft. Het plassen in de urinaal of po is belangrijk omdat de verpleegkundige zo kan meten of u voldoende plast.
Gang van zaken rondom opname
Het is belangrijk dat u tijdens de opname goed drinkt. Dit wil zeggen dat u met regelmaat wat extra drinkt. Maar ga dit niet forceren. Belangrijk is om elk uur 1 tot 2 glazen te drinken. Drink niet teveel koffie of zwarte thee. Dit kan namelijk een prikkeling van de blaas geven. Deze prikkeling heeft weer invloed op het op gang brengen van het plassen. Als u aandrang krijgt om te plassen, mag u gewoon in de urinaal of po plassen. Geef dit wel door aan de verpleegkundige. De verpleegkundige maakt dan een echo van de blaas. Er kan dan bepaald worden hoeveel urine nog in de blaas zit. Als u na 3 tot 4 uur nog niet kunt plassen en/of veel buikpijn heeft, dan kijkt de verpleegkundige met een echo hoeveel urine er in de blaas zit. Als het nodig is overlegt zij met de arts.
Het is belangrijk om tijdens de opname gewoon te bewegen (rondlopen) en niet de hele tijd op bed te liggen. Het bewegen zorgt er voor dat het plassen weer op gang komt.
Wanneer naar huis?
De verpleegkundige heeft met de uroloog afspraken gemaakt over hoeveel urine in de blaas mag achterblijven. in blaas.
U mag naar huis als:
U twee keer een goede hoeveelheid (minimaal 150cc) heeft geplast.
En de hoeveelheid urine wat in de blaas achterblijft is goed.
Mocht de verpleegkundige hierover twijfelen, dan wordt er opnieuw contact opgenomen met de uroloog.
Wanneer het plassen niet goed gaat
Soms kan het voorkomen dat het plassen niet meteen lukt tijdens de opname, zelfs als er veel urine in de blaas zit. In overleg met de uroloog kan er besloten worden wat er dan moet gebeuren. Dit kan zijn het opnieuw inbrengen van een katheter of het eenmalig leegmaken van de blaas met een katheter. Het kan dus zijn dat u weer met een katheter naar huis gaat. Het is daarom belangrijk dat u de katheter hulpmiddelen niet meteen weggooit na het verwijderen van de katheter. Ook kan het zijn dat de urologieverpleegkundige u aanleert hoe u zelf de blaas kan legen. Dit noemen we zelfkatheterisatie.
Problemen
Door het langer dragen van de katheter kan het zijn dat de blaas en urinebuis wat geïrriteerd zijn. Daarom kunt u na het verwijderen van de katheter een branderig gevoel in de plasbuis hebben. U mag hiervoor als het nodig is een paracetamol innemen om dit wat te verminderen. Deze klachten kunnen verder geen kwaad en kunnen nog tot enkele dagen na het verwijderen van de katheter blijven.
Daarnaast kan het zijn dat u ongewild wat urine verliest (incontinentie). Dit komt doordat de blaas weer opnieuw op gang moet komen. Meestal is dit met een aantal dagen weer verminderd. U kunt hier zelf opvangmateriaal (incontinentiemateriaal) voor halen bij de drogisterij, apotheek of supermarkt als dit nodig is. Helaas wordt dit bij kortdurend gebruik lang niet altijd vergoed door de zorgverzekeraar en zult u het zelf moeten betalen. De urologieverpleegkundige kan u hierbij helpen.
Ziekte of verhindering
Kan u door ziekte of een andere reden niet naar uw afspraak komen? Neem dan zo snel mogelijk contact op met de polikliniek urologie. Wij maken dan een nieuwe afspraak met u.
Vragen
Bij vragen over uw behandeling kunt u contact opnemen met de poliklinieken urologie: 088 - 70 68 272.
03/24