Prostaatoperatie (TUR-prostaat)

Inleiding

Binnenkort krijgt u een prostaatoperatie (TUR-prostaat). TUR betekent Trans-

Urethrale Resectie, dit betekent het verwijderen van weefsel via de plasbuis.

De prostaat

De prostaat is een klier. Een klier is een orgaan dat vocht maakt en vocht afscheidt. De prostaat is belangrijk voor de voortplanting. De prostaat maakt prostaatvloeistof (zaadvocht) aan. Het prostaatvocht houdt de zaadcellen in leven na een zaadlozing. Daardoor kunnen de zaadcellen de eicel bereiken. Bij een zaadlozing komen de zaadcellen in de prostaatvloeistof naar buiten via de plasbuis. Dat noemen we sperma. De prostaat ligt om de plasbuis heen, net onder de blaas. Bij volwassen mannen is de prostaat zo groot als een kastanje. De prostaat kan gaan groeien. Dit is een onderdeel van het algemene verouderingsproces. Hierdoor kan de prostaat de plasbuis geheel of gedeelteloijk dichtdrukken. Hierdoor ontstaan plasklachten. Die kunnen zo erg zijn dat het nodig is om prostaatweefsel weg te nemen via een operatie.

1. Plasbuis

2. Normale prostaat

3. Blaas

4. Anus

5/6. Vergrote prostaat

Op de eerste tekening ziet u een normale prostaat. Op de tweede tekening is de prostaat vergroot.

Wat zijn prostaatklachten?

Een man kan ongeveer vanaf zijn 50e jaar last krijgen van zijn prostaat. Een vergrote prostaat veroorzaakt deze problemen.

Welke klachten:

  • vaak plassen;
  • niet goed kunnen beginnen met plassen;
  • geen druk achter het plassen kunnen zetten;
  • nadruppelen;
  • ‘s nachts vaak plassen;
  • het gevoel hebben niet goed leeg te plassen.

Wat is een turp operatie?

Bij deze ingreep wordt er aan de binnenkant van de prostaat weefsel weggehaald. Hierdoor wordt de plasbuis weer ruimer. Na de operatie kunt u makkelijker plassen. Klachten als vaak plassen en kleine beetjes plassen verdwijnen niet meteen na de operatie. Soms wordt het zelfs even iets erger. Maar op den duur worden ook deze klachten minder.

Voorbereiding

Voor deze operatie bent u opgenomen op een verpleegafdeling. U krijgt van de verpleegkundige uitleg over uw verblijf en de voorbereiding op de operatie. Lees voor informatie over nuchter zijn en narcose de folders anesthesie en nuchterbeleid volwassenen vanaf 16 jaar. Zodra u aan de beurt bent, brengt een verpleegkundige u naar de operatiekamer. De anesthesist geeft u de verdoving zoals met u is afgesproken tijdens het preoperatief spreekuur.

De operatie

De uroloog brengt via uw plasbuis een dunne buis naar binnen. Aan dit instrument zit een metalen lusje. Dit werkt als een elektrisch mes. Hiermee snijdt de uroloog stukje voor stukje prostaatweefsel weg. De uroloog verwijdert alleen het weefsel dat de plasbuis vernauwt. De operatie duurt gemiddeld dertig tot zestig minuten.

Na de operatie

Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. De anesthesist beoordeelt uw conditie. Zodra deze goed is gaat u terug naar de verpleegafdeling. Na de operatie heeft u een katheter in uw plasbuis en een infuus in uw arm. De verpleegkundige controleert deze regelmatig. Ook controleert de verpleegkundige uw bloeddruk en polsslag. In de urine zit meestal nog wat bloed. De urine is dan rood gekleurd. De verpleegkundige controleert de kleur van uw urine en kijkt of er stolsels in zitten. Als het nodig is, wordt uw blaas via de katheter gespoeld. U krijgt na de operatie pijnstillers. Heeft u toch nog pijn? Dan kunt u extra pijnstilling vragen aan de verpleegkundige.

Het herstel

Als u goed eet en drinkt, verwijdert een verpleegkundige het infuus de dag na de operatie. Soms moet het infuus langer blijven zitten om medicijnen te kunnen toedienen. De verpleegkundige verwijdert de katheter als u geen bloedstolsels meer in uw urine heeft en de kleur van de urine lichtroze of helder is. Meestal is dat de dag na de operatie. Als de katheter is verwijderd, plast u de eerste tijd in een plasfles. Zo kan de verpleegkundige de hoeveelheid en de kleur van uw urine controleren. Is alles in orde? Dan kunt u weer op het toilet plassen. U hoort dit dan van de verpleegkundige. Is uw urine nog bloederig? Drink dan minimaal twee liter per dag om uw blaas goed door te spoelen.

Na de operatie kunt u:

  • Tot zes weken na de operatie nog bloed in uw urine hebben. Dit kan ook gebeuren als de urine eerst (enkele dagen/weken) helder is geweest. Zolang u goed kan plassen en geen stolsels plast is dit niet verontrustend.
  • Ongewild wat urine verliezen (zelden).
  • Mogelijk niet plassen terwijl u wel aandrang heeft. Dit kan pijnlijk zijn.
  • Kleine beetjes plassen. Ook dit kan pijnlijk zijn.

Deze verschijnselen zijn normaal en gaan vanzelf over. Vermijd te veel persen bij de ontlasting. Eventueel kunt u middelen innemen die de ontlasting dunner maken.

Het ontslag

Kunt u goed uitplassen en blijft er geen urine in de blaas achter? Dan mag u een dag na de operatie naar huis. Lukt het plassen nog niet of blijft er urine in de blaas achter? Dan mag u naar huis met een verblijfskatheter in. U krijgt hiervoor hulpmiddelen mee en uitleg hoe u de katheter thuis kunt verzorgen. U heeft nog een ontslaggesprek met de verpleegkundige. Tijdens dit gesprek krijgt u adviezen voor thuis. U krijgt ook een afspraak voor controle op de polikliniek mee. Die afspraak is zes tot acht weken na de operatie. Op deze afspraak krijgt u ook de uitslag van het onderzoek van het weggenomen weefsel. Ongeveer twee tot vier weken na de operatie kunt u uw werkzaamheden hervatten.

Gevolgen voor uw seksleven

Bij de meeste mannen treedt na de operatie geen uitwendige zaadlozing meer op. Tijdens het klaarkomen komt het zaad in de blaas terecht. Hierdoor kunt u op natuurlijke wijze geen kinderen meer verwekken. Deze operatie heeft verder geen enkele invloed op uw seksleven of lustgevoelens. Na de operatie krijgt u net zo goed een erectie. Ook het orgasme verandert niet. Wel kunt u de eerste weken of soms maanden na de operatie wat pijn hebben bij het vrijen. Hierdoor kunt u tijdelijk wat minder zin hebben in seks.

Complicaties

  • Het belangrijkste risico vlak na de operatie is een nabloeding. Dit is meestal goed te behandelen met extra spoelen van de blaas via een katheter.
  • Verder kunt u na de operatie koorts krijgen door een ontsteking (infectie). Een ontsteking wordt behandeld met antibiotica.
  • Een complicatie die na langere tijd kan ontstaan is een vernauwing van de plasbuis. Dit kan komen door het ontstaan van  littekenweefsel (=strictuur). De uroloog kan dit, als het nodig is, verwijderen door een kleine operatie.
  • Ook is er een kleine kans op het ontstaan van urineverlies. Bij blijvend urineverlies kunt u eventueel starten met bekkenbodem oefeningen. U kunt dit doen onder begeleiding van een gespecialiseerd bekkenbodemfysiotherapeut. Een verwijzing kunt u hiervoor regelen bij de huisarts of urologieverpleegkundige.

 

Heeft u de eerste 6 weken na de operatie problemen die te maken hebben met de operatie?

Bijvoorbeeld koorts boven de 38,5º C en langdurig bloedverlies? Neem dan contact op met het ziekenhuis.

Contact

Gebruikt u de BeterDichtbij app en is uw vraag niet dringend? Stel dan uw vraag via de BeterDichtbij app.

 

De polikliniek urologie is telefonisch bereikbaar op: 088 – 70 68 272.

Kijk op de website voor de actuele bereikbaarheid van de polikliniek. Urologie | Bravis 

  

Buiten kantooruren kunt u tot één week na uw ontslag de spoedeisende hulp bellen:  

Bravis locatie Roosendaal:            088 - 70 68 889.  

Bravis locatie Bergen op Zoom:     088 - 70 67 302.

Vragen

Heeft u nog vragen? Stel ze gerust aan de uroloog, assistente of urologieverpleegkundige.

 

07/24

Heeft u vragen?

Heeft u nog vragen? Stel ze gerust via de app BeterDichtbij.
Ontbreekt er informatie in deze folder?