- U bevindt zich hier:
- Home
- Afdelingen
- Folders
- Scheelzien
Scheelzien
Inleiding
Normaal gesproken kijken mensen met beide ogen tegelijk. De ogen werken samen, bewegen zich in dezelfde richting en kijken naar hetzelfde punt. Het vermogen om met twee ogen te zien, ontwikkelt zich in de eerste zes tot zeven jaar. Als deze ontwikkeling verstoord is, kan scheelzien optreden. Bij scheelzien (Strabismus) zijn de ogen niet meer op hetzelfde punt gericht. Het ontstaat meestal op kinderleeftijd maar kan later ook bij volwassenen voorkomen. De belangrijkste reden om scheelzien op te sporen en te behandelen, is om het ontstaan van een lui oog te voorkomen. Daarbij is scheelzien ook een cosmetisch probleem.
Oorzaken
Oorzaken van scheelzien kunnen zijn:
- erfelijke aanleg;
- ontwikkelingsstoornis;
- afwijking gezichtssterkte (meest voorkomende oorzaak);
- verschil in gezichtssterkte tussen beide ogen.
Ontstaat het scheelzien op jonge leeftijd, dan ziet een kind zelden dubbel. De hersenen schakelen namelijk het afwijkende beeld uit. Na verloop van tijd ontstaat er een ontwikkelingsachterstand van het oog. Het gezichtsvermogen zal verder achteruit gaan. We spreken dan van een lui oog.
Scheelzien bij volwassenen heeft als gevolg dat men wel dubbel ziet. De hersenen schakelen het afwijkende beeld niet meer uit. Er kan dan ook geen lui oog meer ontstaan.
Diagnose
Een flinke scheelziens afwijking is duidelijk zichtbaar. Er zijn ook kleinere afwijkingen die minder zichtbaar zijn, maar wel ernstige gevolgen kunnen hebben. Op het consultatiebureau en bij de schoolarts gebruikt men een speciaal screeningsprogramma om scheelzien bij kinderen op tijd te kunnen ontdekken.
Zaken waar men op let, zijn:
- Knijpt het kind vaak een oog dicht of houdt het vanzelf een hand voor een oog?
- Kan het kind moeilijk afstand inschatten? (Maakt een misstap of grijpt ergens naast).
- Oogstand.
- Samenwerking tussen de ogen.
- Gezichtsscherpte.
Is het resultaat afwijkend? Dan krijgt het kind een verwijzing naar de orthoptist voor een uitgebreid onderzoek.
Behandeling
De behandeling van scheelzien kan langdurig zijn. Het kind blijft dan onder behandeling bij de orthoptist. Bij een sterke verziendheid kan een corrigerende bril het scheelzien al verhelpen. Helpt deze behandeling onvoldoende? Dan kan een operatie aan de oogspieren nodig zijn om de stand van de ogen te corrigeren.
Voor de behandeling van een lui oog gebruikt de orthoptist naast een corrigerende bril ook een pleister om het goede oog af te plakken (zie folder “lui oog”).
Operatie
Kinderen
De oogarts kan bij sommige kinderen het scheelzien verhelpen door een operatie aan de oogspieren. De oogarts past de trekkracht van de oogspieren aan door deze in te korten of te verplaatsen. Tijdens de operatie is het kind onder algehele narcose. In sommige gevallen zal een tweede operatie nodig zijn.
Volwassenen/oudere kinderen
Bij oogspieroperaties op oudere leeftijd is het erg belangrijk om goed te onderzoeken hoe groot de kans is op dubbelzien na de operatie. Soms zijn de hersenen zo goed aangepast aan de bestaande afwijkende oogstand, dat een operatieve correctie van de oogspieren juist dubbelzien veroorzaakt. Een operatie heeft dan geen zin.
Vragen
Heeft u nog vragen? Stel ze dan gerust aan de orthoptist.
Bij dringende vragen kunt u contact opnemen met de polikliniek oogheelkunde, telefoonnummer 088 – 70 68 980.
06/19