- U bevindt zich hier:
- Home
- Afdelingen
- Folders
- Trigger finger; hokkende vinger
Trigger finger; hokkende vinger
Inleiding
Binnenkort wordt u geopereerd aan uw hand. In deze folder vindt u informatie over de aandoening, de operatie en de nabehandeling.
De trigger finger
In de handpalm, juist onder de vingers, bevindt zich de ingang van een koker waar de buigpezen van de vinger in glijden. Bij een trigger finger is die ingang te nauw geworden en kan de pees niet meer soepel glijden in de koker. De vinger hapert soms.
Klachten
De klachten kunnen in eerste instantie bestaan uit pijn bij het buigen en strekken van de vinger. Later kan ook een hapering ontstaan bij het strekken van de vinger. De vinger “schiet” recht. Soms moet u de vinger helpen om te strekken. Als dit langere tijd bestaat, is het mogelijk dat u de vinger niet meer kunt strekken of buigen.
De diagnose trigger finger wordt gesteld op basis van lichamelijk onderzoek en anamnese.
Voorbereiding voor de operatie
- We adviseren u om thuis (voordat u naar het ziekenhuis komt) paracetamol 2 x 500 mg te nemen als pijnstilling.
- Zorg dat u 15 minuten voor de afgesproken tijd aanwezig bent.
- Als u bloedverdunners gebruikt, moet u dit melden bij het polikliniekbezoek voorafgaand aan de ingreep. Sommige bloedverdunners moet u (enkele dagen) voor de operatie staken, sommige kunt u blijven gebruiken.
- Zorg ervoor dat u geen sieraden aan uw hand draagt.
- Gebruik vanaf de dag voor de operatie geen bodylotion of crème meer. Dit is belangrijk om het operatiegebied goed te kunnen desinfecteren om infecties te voorkomen.
De operatie
De operatie vindt poliklinisch plaats en is er op gericht de pees weer soepel de peeskoker in te laten glijden.
De operatie vindt plaats onder plaatselijke verdoving.
Er wordt een wondje gemaakt in de handpalm ter plaatse van de ingang van de peeskoker. Deze ingang wordt ruimer gemaakt zodat de pees er weer soepel in kan glijden. De huid wordt gehecht. De wond wordt verbonden met een pleister of een drukkend verband.
Nabehandeling
Direct na de operatie moet u de vinger (in het verband) al gaan bewegen. Het drukverband mag 48 uur na de operatie worden verwijderd. Het is belangrijk dat u de eerste 2 weken de vingers regelmatig volledig buigt en volledig strekt. Dit is belangrijk om verklevingen door littekenweefsel te voorkomen. Gebruik geen stressballetje. Houd uw hand de eerste week regelmatig hoog.
Na 48 uur mag de wond wel even nat worden, maar nog niet weken (bad, afwas, sauna).
Ongeveer twee weken na de operatie komt u terug op de polikliniek orthopedie voor wondcontrole en het beoordelen van uw herstel.
Als de korstjes weg zijn, mag u beginnen met smeren/masseren van de wond met (litteken)crème of crème die u prettig vindt.
Het duurt meestal ongeveer 6 weken voordat u weer stevig kunt vasthouden/grijpen.
Het litteken blijft vaak langer gevoelig, vooral bij druk ter plaatse. Rondom het litteken kan het nog maanden enigszins gezwollen blijven.
Complicaties
Bij iedere ingreep bestaat de kans op complicaties. Bij deze operatie komen complicaties zelden voor. Toch is het van belang dat u ervan op de hoogte bent. Mogelijke complicaties zijn: bloeding, wondinfectie, zenuwletsel, langdurige zwelling en stijfheid van de vinger.
Wanneer moet u de arts waarschuwen?
U moet eerder contact opnemen met de arts als u koorts krijgt en de hand rood, dik en pijnlijk wordt.
Belt u tijdens kantooruren naar de polikliniek orthopedie: 088 – 70 68 537.
Buiten kantooruren belt u naar de spoedeisende hulp: 088 – 70 68 889.