Intra-uteriene inseminatie (IUI)

De afkorting IUI staat voor ‘intra-uteriene inseminatie’. Bij deze methode worden zaadcellen in de baarmoederholte ingebracht. IUI wordt toegepast als de kwaliteit van de zaadcellen of het slijm van de baarmoedermond verminderd is, óf als er te weinig zaadcellen aanwezig zijn.

Spontane zwangerschap afwachten

Voor een behandeling wordt ingezet, wordt een oriënterend fertiliteitsonderzoek verricht. Daarnaast wordt eerst een tijdje afgewacht of er niet spontaan een zwangerschap optreedt. In de eerste drie jaar van onbeschermde gemeenschap is de kans daarop namelijk het grootst. Wanneer na een periode van 2 tot 3 jaar de zwangerschap uitblijft zonder duidelijke oorzaak kan ook overgegaan worden tot een IUI- behandeling. 

Methode

Uit het sperma worden de beste zaadcellen geselecteerd. Die worden in de baarmoederholte ingebracht ten tijde van de eisprong. De eisprong wordt meestal ondersteund met hormonen. Het moment van de eisprong wordt met echoscopisch onderzoek bepaald. De kans op een zwangerschap bij IUI is ongeveer 1 op de 10. Meestal vinden er zes behandelingen plaats, soms ook met hormoonstimulatie.

Meer informatie

Informatie over gebruik van ovaleap