Behandeling van de aangedane arm en hand bij baby's (MuSSAP)

Bij baby’s kan er vóór, tijdens of na de geboorte schade aan de hersen en/of zenuwen optreden. Hierdoor gebruiken ze soms één van beide handen minder goed. Dit kan zowel direct na de geboorte of later zichtbaar worden.

Ons doel met het behandelprogramma is het verbeteren van het gebruik van de aangedane arm en hand. Het is belangrijk om hier al vroeg mee te beginnen. De kans is dan groter dat de arm en hand zich nog verder ontwikkelen. We  stimuleren spel en dagelijkse activiteiten op een speelse manier. De samenwerking met ouders is erg belangrijk. We doen het samen.

Doordat uw kindje één arm en hand minder gebruikt, krijgt uw kindje minder bewegings- en gevoelservaring met deze arm en hand. De zenuwbanen die zorgen voor het aansturen van bewegingen en het waarnemen van gevoelsprikkels, ontwikkelen zich minder goed.

Met MuSSAP proberen we met hulp van het “horloge” ritmische multi-sensorische prikkels te geven. Deze prikkels versterken de aandacht voor de arm en hand. Bewust zijn van de arm en hand is een voorwaarde voor de behandeling.

MuSSAP is een thuisbehandeling. Als ouders oefent/ en speelt u doelgericht met uw kindje. De ergotherapeut ondersteunt u hierbij.

U oefent 8 weken achtereen, 7 dagen per week, dagelijks 3 x 10 minuten met uw kindje. Samen met u bepalen wij het juiste moment om te starten. Zowel voor uw kindje, maar ook voor u als ouders. Misschien kunnen kinderopvang of familie leden u ondersteunen tijdens de oefensessies.

Wij vragen u wekelijks minimaal 2 video's te maken van deze oefensessies. Deze stuurt u op naar de therapeut, zodat zij een beeld krijgt van het verloop. Zo kan de therapeut tijdens de coaching goed inspelen op de video's.

Naast de inzet van de MuSSAP in deze 8 weken, krijgt u als ouder ook meer inzicht en vaardigheden om op een speelse manier de arm en hand van uw kindje te stimuleren. Bijvoorbeeld tijdens verzorgings- en spelmomenten.

De eerste en ook laatste afspraak vindt plaats in het Bravis Ziekenhuis. De ergotherapeut geeft uw kindje verschillende speeltjes. Dit wordt gefilmd en beoordeeld, zodat er duidelijkheid is over het effect van de behandeling.

Tijdens de eerste afspraak krijgt u uitleg over het programma en maken we afspraken over de verdere begeleiding.

Uitgangshouding

• uw kindje; tijdens het oefenen is het belangrijk dat uw kind zoveel mogelijk rechtop, maar in een stabiele houding zit. Dit kan zijn in het wipstoeltje, maar ook in de kinderstoel.
• uzelf; u zit tegenover uw kind, zodat er goed oogcontact is.
• de filmcamera; het liefst boven en achter uw schouder. Stimuleert u de linkerhand van uw kind, dan de camera boven uw rechterschouder. Bij stimuleren van de rechterhand van uw kind boven uw linkerschouder, dus in een schuine hoek filmen.

Aandachtspunten

• het is belangrijk dat uw kind volledig in beeld is, ook beide handen.
• film niet vanuit de selfie-stand, omdat dit uw kind afleidt van het spel.
• een statief of selfiestick kan helpend zijn om uw handen vrij te houden.

De gemoedstoestand van uw kind

Het is belangrijk dat uw kindje ontspannen kan spelen. Wanneer uw kindje signalen van ongemak toont, of gaat huilen, stopt u de oefensessie. Probeert u het dan later nog eens.

Het oefenen met het polsbandje

• Tijdens het oefenen probeert u de aandacht van uw kindje op uzelf te richten door geluidjes te maken, liedjes te zingen, oogcontact te maken, kiekeboe spelletjes etc.
• Wanneer het bandje van het horloge trilt, oplicht en geluid maakt, bent u zelf zo veel mogelijk stil, zodat uw kind de aandacht op de arm met het bandje kan richten.

Heeft u vragen? Wij zijn bereikbaar via het secretariaat revalidatie T; 088 70 67 313.

04/24