Bewaking van je baby in het ziekenhuis

Bij een medische bevalling wordt vaak een CTG (cardiotocogram ofwel hartfilmpje van de baby) gebruikt. Zo krijgen de zorgverleners inzicht in de conditie van de baby tijdens de weeën.

Vaak kan dit via de buik: er komen 2 sensoren op je buik die worden vastgemaakt met banden.

Je hoort de hartslag van de baby net als met de doptone tijdens de verloskundige controles.

De ene sensor geeft de hartslag van de baby aan, de andere sensor registreert de weeën of harde buiken.

Soms lukt het niet goed de hartslag van de baby via de buik van de moeder te registreren. Dit kan veroorzaakt worden door de positie van de baby, veel bewegen van de moeder of doordat de moeder wat zwaarder is. De verloskundige zal dan voorstellen een schedelelektrode te plaatsen.

Deze wordt met een dun metalen schroefdraadje in de hoofdhuid van de baby vastgemaakt tijdens een inwendig onderzoek. Het hieraan vastgemaakte kabeltje laat de hartslag van de baby zien, net als bij de uitwendige registratie. Het kabeltje zit vast met een plakker op je bovenbeen.

Voordeel van deze methode is dat je kunt bewegen hoe je wilt zonder de registratie van de harttonen van de baby te beïnvloeden. Ook tijdens beweging van de baby of een wee verloopt de registratie goed. Je kunt er ook mee onder de douche en in bad.

Uit onderzoek weten dat bij 41% van de plaatsingen een kleine wond zichtbaar is te vergelijken met bloedprikken, bij 0,1-4,5% ontstaat er een ontsteking in de hoofdhuid.

Het is belangrijk te weten dat het plaatsen van de schedelelektrode alleen wordt voorgesteld als dat belangrijk is voor de veiligheid van de baby en dat het pas wordt gebruikt na toestemming van de ouders.

Op deze foto zie je de schedelelektrode die in de hoofdhuid van de baby wordt geplaatst.

Heb je nog vragen? Stel ze dan gerust aan de gynaecoloog, verloskundige of neem contact op met het MKC. Telefoonnummer 088 - 70 66 600.

4/24