Bijschildklieroperatie (parathyreoidectomie)

Deze folder geeft u informatie over operaties aan de bijschildkliertjes. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan beschreven.

De schildklier is een vlindervormig orgaan dat in de hals op de luchtpijp ligt. De schildklier produceert hormonen die belangrijk zijn voor het regelen van de stofwisseling. Direct tegen de schildklier aan de achterzijde liggen vier bijschildkliertjes; twee aan de linkerkant en twee aan de rechterkant. De bijschildklieren zijn van belang voor het regelen van de hoeveelheid kalk in het bloed.

• Ontkalking van de botten;

• Een te hoog kalkgehalte in het bloed;
  Dit kan allerlei klachten tot gevolg hebben, zoals bv hoge bloeddruk, nierfunctie problemen. Klachten van het zenuwstelsels en bewegingsapparaat, vermoeidheid.

• Verhoogde kalkuitscheiding via de nieren, dit kan zelfs leiden tot nierstenen en verhoogde kans op infecties van de urinewegen.

De klachten zijn natuurlijk afhankelijk van de snelheid van de werking van de bijschildklier, daarin  kunnen ze variëren per patiënt. Heeft u geen klachten, maar is er wel geconstateerd dat uw bijschildklier te snel werkt? Dan is het verstandig om te opereren om problemen te voorkomen, zoals osteoporose of nierproblemen.

Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen? Bespreek dit dan vóór de behandeling met uw chirurg. Deze medicijnen geven een verhoogd risico op nabloedingen. Daarom moet u wellicht tijdelijk met deze medicijnen stoppen.

De dag voor of de dag van de operatie krijgt u een nucleair onderzoek, waarbij met een contrastvloeistof de bijschildkliertjes worden aangekleurd.

Hierbij is zichtbaar waar de bijschildkliertjes zich bevinden en welk(e) zijn vergroot.

foto na nucleair onderzoek

De operatie vind plaats onder algehele anesthesie.

Tijdens de operatie ligt u met uw hoofd achterover. De chirurg maakt een horizontale snede laag in de hals. De onderliggende spieren worden opzij geschoven en de schildklier omgeklapt. De chirurg zoekt en beoordeelt de bijschildkliertjes. Van belang hierbij is dat de stemband zenuw wordt gespaard. Nadat de vergrote bijschildklier is verwijderd neemt men terwijl u nog slaapt bloed af om het hormoongehalte te controleren.

Is het hormoongehalte goed? Dan stopt de chirurg de operatie en de andere bijschildkliertjes blijven zitten.

Is het hormoon gehalte nog te hoog? Dan verwijdert de chirurg nog een tweede bijschildkliertje.

Afhankelijk van het soort operatie wordt er eventueel één drain in het operatiegebied achtergelaten om bloed en wondvocht af te voeren. Meestal kan de drain de volgende ochtend eruit.

U blijft meestal een nacht in het ziekenhuis, afhankelijk van uw herstel.

De pijn na de operatie valt over het algemeen mee en is te vergelijken met een keelontsteking. De pijn verdwijnt binnen een paar dagen. De wond geneest snel, en meestal met een 'fraai' litteken.

U mag gewoon douche met uw wond, daarna gewoon droog deppen.

Soms laat de chirurg na de operatie opnieuw uw stembandfunctie door de KNO-arts controleren.

U krijgt afspraken voor een poliklinische controle bij:

• chirurg voor wondcontrole en de uitslag van het onderzoek van het verwijderde weefsel;  
• internist ter onder controle van de bijschildklierfunctie en eventuele nabehandeling.

Is er sprake van een kwaadaardig gezwel? Dan hoort u van de chirurg /internist welke nabehandeling nodig is.

Geen enkele operatie is zonder risico's. Zo is ook bij een bijschildklieroperatie een kans op complicaties aanwezig zoals:

• nabloeding;
• wondinfectie;
• trombose;
• longontsteking.

Specifieke complicaties kunnen zijn:

• Letsel van de stembandzenuw;
  Dit is meestal van voorbijgaande aard. Als een stemband daardoor toch slecht functioneert, kunt u met de hulp van een logopedist het praten oefenen. Hard spreken of roepen is dan echter niet meer mogelijk. Ook als de stembandzenuw niet beschadigd is kunnen er stemveranderingen optreden. Dit kan komen door beschadigingen van de halsspieren of van andere zenuwtakjes.
• Tekort aan bijschildklierhormoon.
  Dit merkt u aan tintelingen in de vingertoppen en in het ergste geval aan spierkrampen. Neem bij deze symptomen direct contact op met  het ziekenhuis. Ze zijn goed te behandelen met kalktabletten en vitamine  D-preparaten.

Krijgt u binnen 60 dagen na de operatie problemen die te maken hebben met de operatie? Neem dan contact op met de polikliniek chirurgie van het ziekenhuis.

De polikliniek chirurgie is te bereiken tijdens kantooruren op telefoonnummer 088 - 70 67 368.      

Bij dringende problemen kunt u buitenkantooruren bellen met de afdeling spoedeisende hulp:

088 - 70 68 889          Bravis ziekenhuis locatie Roosendaal
088 - 70 67 302          Bravis ziekenhuis locatie Bergen op Zoom

Heeft u nog vragen? Stel ze gerust aan uw behandelend arts of physician assistant.

01/23