Ectropion

Bij een ectropion is de rand van het onderooglid naar buiten gedraaid. Meestal komt dit door veroudering en slapte van de huid en weefsels in het ooglid. Zeldzamere oorzaken van ectropion zijn verlittekening bij huidziekte, verlamming of mechanisch door bijvoorbeeld het gewicht van een ooglidgezwel.

• Een ectropion kan cosmetisch storend zijn, omdat de rode binnenzijde van het ooglid zichtbaar is.
• Het oog kan geïrriteerd zijn, omdat de oogleden niet goed meer sluiten.
• Soms ontstaan ook ontstekingen van het oog.
• Traanklachten komen vaak voor bij een ectropion. Tranen worden afgevoerd via het traanpuntje (aan de neuskant in het onderooglid). Als het traanpuntje geen contact meer maakt met het oog kunnen de tranen niet meer afgevoerd worden. Daarnaast voorkomt slapte van het onderooglid dat de tranen in het traanpuntje gepompt worden. Dit kan traanklachten geven zonder dat er sprake is van een (zichtbaar) ectropion.

Patiënten die klachten hebben van een ectropion kunnen deze operatief laten corrigeren.

Wij adviseren u na de ingreep niet zelf auto te rijden. U krijgt meestal een verbandje op het behandelde oog. Wij raden u aan iemand mee te nemen die u kan begeleiden.

U mag voor de ingreep gewoon eten. Zorg dat u op tijd aanwezig bent. U neemt plaats in de wachtruimte. Zodra u aan de beurt bent, brengen wij u naar de behandelkamer. In verband met het steriel werken kan de begeleider niet bij de behandeling aanwezig zijn. Hij/zij kan wachten in de wachtruimte.

Wanneer u bloedverdunners gebruikt, moet u dit aangeven bij uw oogarts. De oogarts bespreekt met u of en hoelang u voor de ingreep moet stoppen met de medicijnen. Ook is het belangrijk dat u het gebruik van pijnstillers aangeeft omdat deze een bloedverdunnende werking kunnen hebben.

Een ectropion door verslapping van de huid kunnen we verhelpen door het ooglid strakker te zetten. Soms gebeurt dit in combinatie met inkorten van het weefsel aan de binnenkant van het ooglid. Dit gaat onder plaatselijke verdoving en de ingreep duurt ongeveer 15 tot 30 minuten.

Tijdens de eerste week na de ingreep komt er meestal afscheiding/wondvocht uit het oog. Het is niets om u zorgen over te maken. U kunt voorzichtig deppen met lauw water om afscheiding en korsten te verwijderen.

Op het eind van de ingreep plaatsen we hechtingen in de huid. Soms is het oog hierdoor enkele dagen geïrriteerd. De hechtingen verwijderen we meestal na een week.

Het kan zijn dat u na de ingreep oogdruppels of oogzalf moet gebruiken. Als dit nodig is, bespreekt de oogarts dit met u.

Ooglidoperaties zijn in het algemeen niet gevaarlijk. Een blauw oog komt vaak voor maar geneest snel. Verlittekening en infectie treden zeer zelden op. Soms komt het voor dat na de operatie de stand van het ooglid niet in de gewenste stand komt en kan er een tweede ingreep nodig zijn.

Wanneer u na een ooglidcorrectie slechter gaat zien, moet u contact opnemen met uw oogarts.

Het is belangrijk dat u:

• zich stipt houdt aan de door de arts voorgeschreven controletermijnen;

• zich stipt houdt aan het voorgeschreven medicijnprotocol; stop nooit zomaar zelf met druppelen;

• het oog beschermt tegen stoten en onopgemerkt wrijven.

Als u klachten krijgt, neem dan direct contact met ons op.

• Polikliniek oogheelkunde 088 -70 68 980

Voor spoed buiten onze werktijden kunt u contact opnemen met de spoedeisende hulp.

• Spoedeisende hulp locatie Bergen op Zoom 088 – 70 67 302
• Spoedeisende hulp locatie Roosendaal 088 – 70 68 889

Als u nog vragen heeft, kunt u contact opnemen met de polikliniek oogheelkunde. Niet dringende vragen kunt u ook stellen via de Beter Dichtbij App.

06/24