- U bevindt zich hier:
- Home
- Afdelingen
- Folders
- Implantatie hartritme monitor
Implantatie hartritme monitor
Inleiding
U bent onder behandeling bij de cardioloog. De cardioloog vindt het nodig om uw hartritme te monitoren. Dit kan zijn omdat u hartklachten heeft, last heeft van duizelingen en/of wegrakingen waarvan de oorzaak niet bekend is of na een TIA. De implanteerbare hartritme monitor noemt men ook wel een ILR (Implantable Loop Recorder). De ILR controleert uw hartritme continu en maakt een opname bij een te trage of te snelle hartslag (ritmestoornis of geleidingsstoornis). Bij de ILR krijgt u ook een zender waarmee de geregistreerde ritmestoornis naar het ziekenhuis worden verzonden, dit is soms ook mogelijk via een app op uw telefoon. Het is geen 24 uurs bewaking. De doorgezonden ritmestoornissen worden door de pacemakertechnicus op werkdagen bekeken.
Voorbereiding
- Bloedverdunners moeten mogelijk gestopt worden voor de ingreep. Overleg dit met uw cardioloog.
- Eventuele allergieën voor bijv. lidocaïne of jodium aan de cardioloog of het secretariaat doorgeven.
- U mag zelfstandig naar huis rijden. Het is echter raadzaam om iemand mee te nemen voor het geval dat u zich wat onzeker voelt na de ingreep en om de uitleg van de apparatuur samen aan te horen.
Het inbrengen van de ILR (hartritme monitor)
U meldt zich op de afgesproken tijd bij de afdeling Medische beeldvorming en mag u plaatsnemen in de wachtruimte. Voor de ingreep moet u het bovenlijf ontbloten en mag u gaan liggen op de onderzoektafel.
De pacemakertechnicus markeert en verdoofd de plaats waar de ILR moet komen. U krijgt dan u een steriel laken over die plek. De cardioloog maakt een opening van ongeveer 1 cm links in de borst en plaatst de ILR onder de huid. De cardioloog sluit de wond met enkele oplosbare hechtingen. De pacemaker technicus controleert de juiste werking en instellingen en activeert de ILR. Na de implantatie neemt de pacemaker technicus u (en uw eventuele begeleider) mee naar de polikliniek of maakt een afspraak op een later tijdstip. Hij geeft de thuismonitor, die de gegevens naar het ziekenhuis zend, mee en u krijgt uitleg over het gebruik en de leefregels. De gehele ingreep duurt ongeveer 45 minuten tot een 1 uur. Daarna mag u naar huis.
Adviezen
Na het inbrengen van de hartritme monitor kunt u lichte pijn en zwelling voelen op de plaats waar de hartritme monitor is geïmplanteerd. Dat is tijdelijk. Tegen de pijn kunt u paracetamol innemen.
Voor een goede genezing van de wond adviseren wij u het volgende:
- Houd de hechtingen de eerste drie dagen droog. Daarna mag u zelf de pleister verschonen. Als de wond helemaal dicht is, kan de pleister eraf.
- De hechtingen zijn oplosbaar. De lusjes vallen er na 2 à 3 weken vanzelf af.
Complicaties
Neem contact op met het ziekenhuis als:
- U koorts/koude rillingen krijgt;
- de pijn of zwelling na vier of vijf dagen erger wordt of terug komt;
- de wond gaat bloeden.
Bij complicaties belt u op werkdagen van maandag tot en met vrijdag tussen 08.00 en 16.30 uur met de pacemakertechnicus. Telefoonnummer polikliniek cardiologie 088 – 70 68 466.
Bij complicaties in de avonduren of in het weekend belt u de de SEH in Roosendaal . Telefoonnummer 088-7068000.
Vervolgcontrole
Er is geen fysieke vervolg controle. Na het inbrengen van de ILR krijgt u een thuismonitor mee naar huis of een app op uw mobiel. De thuismonitor/mobiel zendt de gegevens van de ILR 1x per dag door naar het Ziekenhuis. Mocht er een belangrijke ritmestoornis geregistreerd zijn, dan neemt de pacemakertechnicus zelf telefonisch contact met met u op. Heeft u geen thuismonitor? Dan komt u elke twee tot drie maanden op controle bij de pacemakertechnicus.
Gebruik van de afstandsbediening
Als er voor gekozen is om u een afstandbediening mee te geven moet u die altijd bij u dragen. Voelt u weer dezelfde klachten als waarvoor de cardioloog de ILR bij u heeft ingebracht? Activeer dan binnen vijf minuten de ILR met de afstandsbediening. Dit is geen directe zending, deze vind pas plaats door de thuis monitor. De pacemaker technicus kan dan zien of er een directe relatie is tussen uw klachten en een hartritmestoornis.
Veelgestelde vragen
Hoe lang moet de ILR geïmplanteerd blijven?
Uw cardioloog bepaalt hoe lang u de ILR moet dragen. De batterij van de ILR gaat afhankelijk van het merk en gebruik ongeveer drie tot vijf jaar mee.
Wat gebeurt er als de oorzaak van mijn klachten niet gerelateerd is aan mijn hartritme?
Als blijkt dat u geen hartritmestoornissen heeft, onderzoekt uw cardioloog andere mogelijke oorzaken, of verwijst u door naar een andere specialist.
Kan ik een MRI-procedure ondergaan na implantatie van een ILR?
Een MRI onderzoek is toegestaan.
Zijn er zaken die mijn familie en vrienden moeten weten?
Zij moeten weten hoe de afstandsbediening werkt, mochten zij deze willen gebruiken.
Vragen?
Stel ze dan gerust aan de pacemaker technicus, te bereiken via polikliniek cardiologie.
Telefoonnummer 088-706 8644.
Voor aanvullende informatie kijkt u op www.hartstichting.nl
08/25