Kloofje in de anus (fissura ani)

Deze folder geeft u informatie over een kloofje in de anus en de behandelingsmogelijkheden. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan beschreven.

Meestal zijn de klachten zo duidelijk dat aanvullend onderzoek niet nodig is. Bij het lichamelijk onderzoek zal de arts de anus inspecteren en zal hij de anus wat spreiden om het kloofje te kunnen ontdekken.

Een fissuur is een kloofje; een fissura ani is een kloofje bij de uitgang van de anus. Het loopt in de lengterichting en ligt in de middellijn aan de voor- of achterkant van de anus. Een kloofje in de anus geeft meestal klachten in de vorm van een scherpe pijn tijdens of na de stoelgang, vaak met helderrood bloedverlies aan het toiletpapier.

De oorzaak is een spastische sluitspier met een verhoogde spanning. Dit geeft een soort kramp van een deel van de sluitspier en daardoor een verstoorde bloedvoorziening. De verstoorde bloedvoorziening belemmert de aanvoer van nieuwe bouwstoffen  voor de genezing van het wondje. Onbewust wordt door de pijn en de verhoogde spanning van een deel van de sluitspier de ontlasting opgehouden. Daardoor wordt de ontlasting hard.

Bij iedere stoelgang scheurt het kloofje opnieuw open en het blijft daardoor hardnekkig bestaan. Maar ook diarree (en daardoor vaak afvegen van de bil) en anaal seksueel contact, kan een kloofje in de anus veroorzaken.       

Dwarsdoorsnede bil / anus                                                                       

De behandeling richt zich op het ontspannen van de sluitspier en het verbeteren van de bloedvoorziening. De stoelgang moet zacht gehouden worden. Daarvoor is het eten van voldoende plantaardige vezels (zemelen, bruinbrood) en drinken van 2 glazen water tijdens iedere maaltijd nodig. Om de stoelgang zacht te houden kan de arts u medicijnen voorschrijven.

Warme zitbaden helpen tegen de pijn en geven tevens een verwijding van de bloedvaten wat meehelpt in de genezing van het kloofje in de anus.

De sluitspier is onderdeel van de bekkenbodemspieren. Wanneer de bekkenbodemspieren te gespannen zijn of wanneer ze niet op de goede manier of het juiste moment aanspannen of ontspannen kunnen klachten optreden. Fysiotherapeutische begeleiding verbetert de functie van de bekkenbodem en helpt mee in de genezing van –en voorkoming van een kloofje.

De arts kiest vaak als eerste behandeling voor een bloedvatverwijdende zalf (Diltiazem). Deze zalf brengt u regelmatig in de anus op het kloofje aan. De genezingskans ligt tussen de 47-86 %. Pas na ongeveer 3 maanden gebruik van deze zalf kan worden beoordeeld of deze behandeling effect heeft.
 

Heeft de zalf geen effect en blijft het kloofje bestaan? Dan kan een operatie aan het kloofje plaats vinden.

Botox injecties in de sluitspier zorgen ervoor dat de spanning in de inwendige sluitspier tijdelijk vermindert en de bloedtoevoer verbetert, waardoor het kloofje sneller geneest. Ook worden de wondranden van de kloof vers gemaakt, voor een beter herstel. Deze behandeling gebeurt op de operatiekamer onder algehele verdoving of met een ruggenprik. U moet voor deze ingreep nuchter zijn.

Hiernaast blijft het van belang te zorgen voor:

• voldoende te drinken;
• een goede stoelgang;
• een goede hygiëne: 2 keer per dag spoelen en na de stoelgang 1 keer extra is meestal voldoende. Met de douchekop kunt u het gebied gemakkelijk schoon spoelen.
   

Bij pijn kunt u pijnstillers zoals paracetamol gebruiken. Deze koopt u bij apotheek of drogist. Na de behandeling kunt u last krijgen van lichte incontinentie van dunne ontlasting, slijm of winden. De botox is na ongeveer 3 maanden uit het lichaam verdwenen. Pas na 6 weken kan beoordeeld worden of de behandeling een goed resultaat heeft. Indien dit niet voldoende effect geeft kan de botox behandeling worden herhaald.

Heeft u nog vragen? Stel ze gerust aan uw behandelend arts of huisarts.

De polikliniek chirurgie is te bereiken tijdens kantooruren op telefoonnummer 088 - 70 67 368.

01/23