Ooglidcorrectie (boven)

Inleiding

Het komt regelmatig voor dat de huid rond de bovenoogleden zo uitrekt dat hij over de ogen heen gaat hangen (blepharochalasis). Dit kan problemen geven bij het zien. Een vaak gehoorde klacht van patiënten is ook dat ze vinden dat ze er zo moe of oud uitzien. Het kan ook hoofdpijnklachten geven. Verslapping van de huid van het bovenooglid kan gecorrigeerd worden met behulp van plastische chirurgie. Soms wordt een bovenooglidcorrectie gecombineerd met een correctie van het onderooglid.

Wat u moet weten voor de operatie

Vergoeding

De kosten van een bovenooglidcorrectie worden alleen door uw zorgverzekeraar vergoed als er sprake is van een medische indicatie. Als er geen medische indicatie bestaat voor de operatie, dan zijn de kosten voor uw eigen rekening.

 

Ontevreden over resultaat

Er is geen garantie op een (blijvend) goed resultaat. Het kan zijn dat de resultaten tegenvallen. Soms is een extra operatie nodig. Dit kan gepaard gaan met extra kosten voor u.

 

Psychische stoornissen

Het is belangrijk dat u weet dat de operatie gericht is op verbetering en niet op perfectie. Complicaties of minder fraaie resultaten zijn soms onvermijdelijk. Soms is een extra operatie nodig en dat wordt vaak als stressvol ervaren. Wij vragen u voor de operatie eventuele emotionele en psychische stoornissen met uw arts te bespreken.

 

Medicijnen

Het is belangrijk om uw arts te informeren over het gebruik van medicijnen, in het bijzonder van bloedverdunners.

 

Roken en meeroken

Mensen die roken of meeroken hebben meer kans op complicaties en een slechtere wondgenezing. Het is belangrijk zes weken voor de operatie niet te roken.

Voor de operatie

Correctie van de bovenoogleden kan zowel onder plaatselijke verdoving als onder algehele verdoving plaatsvinden. Voor volledige verdoving moet u nuchter zijn en wordt u opgenomen in dagverpleging.

U krijgt van de secretaresse plastische chirurgie te horen waar en hoe laat u zich moet melden voor de operatie.

Indien u contactlenzen draagt, dient u deze vooraf uit te doen.

De operatie

Vlak voor de operatie tekent de plastisch chirurg het huiddeel af dat weggenomen moet worden. Gebruik de dag van de operatie daarom geen gezichtscrème en / of make-up.

Bij de operatie wordt een snee in de plooi van het bovenooglid gemaakt. Het huidoverschot en het overtollig spier- en vetweefsel kunnen nu weggehaald worden. De wond wordt met een dunne hechtdraad en kleine pleisters gesloten. Het grootste deel van het litteken komt te liggen in de natuurlijke plooi van het bovenooglid. Zo'n litteken is meestal nauwelijks zichtbaar.

Na de operatie

Na de operatie moet u alle instructies van uw arts zorgvuldig opvolgen. Dit is belangrijk voor het succes van de behandeling.

 

Gedurende 1 week mag u geen contactlenzen dragen.

U moet de oogleden regelmatig koelen volgens de instructies van uw arts. U kunt dit het beste doen met een ijsbril of een boterhamzakje gevuld met een eetlepel bevroren diepvrieserwten. Het koelen helpt tegen de zwelling en de pijn. Na de operatie mag u gedurende een week niet tillen, persen of bukken. De hechtingen worden na vier tot zeven dagen verwijderd.

 

In de eerste weken kan de huid blauw worden tot op de wang. Nadat het blauw verdwenen is, is er nog een zwelling die langzaam verdwijnt. Het kan tot drie maanden duren totdat de oogopslag is zoals verwacht. Een litteken heeft twaalf maanden nodig voordat het helemaal uitgerijpt is en de kleur en dikte bereikt heeft die zal blijven bestaan.

Risico's en complicaties

Aan elke chirurgische operatie zitten risico’s. Voordat u beslist of u een bovenooglidcorrectie wilt laten doen, is het belangrijk dat u zich laat informeren over de risico’s. Het is tenslotte uw eigen keuze.

 

Asymmetrie

Bij de meeste mensen zijn de ogen van tevoren niet exact symmetrisch. Na de operatie kan altijd asymmetrie ontstaan. Ook zwellingen kunnen voor asymmetrie zorgen.

 

Doof gevoel van het ooglid

Tijdens de operatie zijn er kleine zenuwtakjes doorgesneden. Het ooglid kan daarna gevoelloos zijn. Een doof gevoel van het ooglid houdt zo’n drie tot zes maanden aan.

 

Littekenvorming

Een bovenooglidcorrectie laat een litteken achter. Soms ontstaan er wat kleine cystes in het litteken. Deze geelwitte bobbeltjes op de huid verdwijnen meestal vanzelf. In zeldzame gevallen wordt de cyste operatief verwijderd door de chirurg.

Het litteken kan ook zorgen voor een kleurverschil en een verdikking van de huid. Dat trekt naar verloop van tijd weer weg.

 

Droogheid ogen

De ogen kunnen net na de operatie wat droog aanvoelen omdat de traanproductie iets verstoord kan worden. Dit gaat vanzelf weer over. Als u voorafgaand aan de operatie al last heeft van droge ogen, is het belangrijk dit vooraf te melden aan uw arts. Uw klachten kunnen door de operatie verergeren. U kunt van uw arts oogdruppels of zalf krijgen die het uitdrogen tegengaan.

 

Opengaan wond

Een wond kan altijd opengaan. Meestal gaat dat spontaan weer dicht. Soms moet er opnieuw gehecht worden.

 

Infectie

Ook bij een bovenooglidcorrectie bestaat de kans op een infectie maar deze is erg klein.

 

Pijn

Na de operatie kunnen de oogleden pijnlijk en gevoelig zijn. Deze pijn is goed te verhelpen met paracetamol. Helpt dit niet? Neem dan contact op met uw arts.

 

Nabloeding

Er kan een bloeding ontstaan. Een bloeding in het ooglid is snel te stoppen. Er kan ook een bloeding achter het ooglid ontstaan. Hierdoor kan een oogzenuw afgekneld worden en het gezichtsvermogen slechter worden. In zeer zeldzame gevallen kan het leiden tot blindheid. Bij minder scherp zien en/of heftige pijnklachten die niet op paracetamol reageren, moet u direct contact opnemen met uw arts.

 

Chirurgische anesthesie

Bij zowel plaatselijke als algehele verdoving is er een risico op complicaties, letsel en zelfs overlijden.

 

Allergische reacties

In zeldzame gevallen treden plaatselijke allergieën op voor tape, hechtmateriaal, lijm, bloedproducten, preparaten of geïnjecteerde middelen. Ook ernstige reacties, waaronder een anafylactische shock, kunnen optreden als reactie op medicijnen die gebruikt worden tijdens de operatie en medicijnen op voorschrift. Bij al deze reacties kan extra behandeling nodig zijn. Als u bekend bent met een allergie, meldt dit dan tijdens het bezoek aan uw arts.

Wat te doen bij complicaties

Krijgt u de eerste veertien dagen na de operatie problemen die te maken hebben met de operatie? Neem dan contact op met het ziekenhuis.

  • Op maandag tot en met donderdag tussen 08.00 en 17.00 uur belt u naar de polikliniek plastische chirurgie telefoonnummer 088 – 70 68 402.
  • Buiten deze tijden belt u met de afdeling spoedeisende hulp:

    • locatie Bergen op Zoom: telefoonnummer 088 – 70 67 302.
    • locatie Roosendaal: telefoonnummer 088 - 70 68 889.

Vragen

Bij vragen kunt u maandag tot en met donderdag tussen 08.00 en 17.00 uur contact opnemen met de polikliniek plastische chirurgie, telefoonnummer 088 - 70 68 402.

 

06/19

Heeft u vragen?

Heeft u nog vragen? Stel ze gerust via de app BeterDichtbij.
Ontbreekt er informatie in deze folder?