- U bevindt zich hier:
- Home
- Afdelingen
- Folders
- Ooglidcorrectie (onder)
Ooglidcorrectie (onder)
Inleiding
Veel mensen hebben last van wallen onder hun ogen. Die wallen zijn het gevolg van het slapper worden van de huid en de spier rondom het oog en/of van vetophoping onder het oog. Soms ontstaat de zwelling door vochtophoping in het ooglid. Ooglidwallen kunnen gecorrigeerd worden met behulp van plastische chirurgie. Soms wordt een onderooglidcorrectie gecombineerd met een bovenooglidcorrectie.
Wat u moet weten voor de operatie
Vergoeding
De kosten van een onderooglidcorrectie worden niet vergoed door de zorgverzekeraar. Dat komt omdat deze ingreep valt onder de cosmetische chirurgie en daar is meestal geen vergoedingsregeling voor.
Ontevreden over resultaat
Er is geen garantie op een (blijvend) goed resultaat. Het kan zijn dat de resultaten tegenvallen. Soms is een extra operatie nodig. Dit kan gepaard gaan met extra kosten voor u.
Psychische stoornissen
Het is belangrijk dat u weet dat de operatie gericht is op verbetering en niet op perfectie. Complicaties of minder fraaie resultaten zijn soms onvermijdelijk. Soms is een extra operatie nodig en dat wordt vaak als stressvol ervaren. Wij vragen u voor de operatie eventuele emotionele en psychische stoornissen met uw arts te bespreken.
Medicijnen
Het is belangrijk om uw arts te informeren over het gebruik van medicijnen, in het bijzonder van bloedverdunners.
Roken en meeroken
Mensen die roken of meeroken hebben meer kans op complicaties en een slechtere wondgenezing. Het is belangrijk zes weken voor de operatie niet te roken.
Voor de operatie
Correctie van de onderoogleden kan zowel onder plaatselijke als onder volledige verdoving plaatsvinden. Voor volledige verdoving moet u nuchter zijn en wordt u opgenomen in dagverpleging.
U krijgt van de secretaresse plastische chirurgie te horen waar en hoe laat u zich moet melden voor de operatie.
Indien u contactlenzen draagt, dient u deze vooraf uit te doen.
De operatie
De arts tekent af wat hij gaat doen. Hierna wordt de overtollige huid en het overtollige spier- en vetweefsel weggehaald. De wond wordt met een dunne hechtdraad en kleine pleisters gesloten.
Kraaienpootjes en wallen bij de jukbeenderen worden tijdens een onderooglidcorrectie niet verwijderd.
Na de operatie
Na de operatie moet u alle instructies van uw arts zorgvuldig opvolgen. Dit is belangrijk voor het succes van de behandeling.
Gedurende 1 week mag u geen contactlenzen dragen
U moet de oogleden regelmatig koelen volgens de instructies van uw arts. U kunt dit het beste doen met een ijsbril of een boterhamzakje gevuld met een eetlepel bevroren diepvrieserwten. Het koelen helpt tegen de zwelling en de pijn. Na de operatie mag u gedurende een week niet tillen, persen of bukken. De hechtingen worden na vier tot zeven dagen verwijderd.
In de eerste weken kan de huid blauw worden tot op de wang. Nadat het blauw verdwenen is, is er nog een zwelling die langzaam verdwijnt. Het kan tot drie maanden duren totdat de oogopslag is zoals verwacht. Een litteken heeft twaalf maanden nodig voordat het helemaal uitgerijpt is en de kleur en dikte bereikt heeft die zal blijven bestaan.
Risico's en complicaties
Aan elke chirurgische operatie zitten risico’s. Voordat u beslist of u een onderooglidcorrectie wilt laten doen, is het belangrijk dat u zich laat informeren over de risico’s. Het is tenslotte uw eigen keuze.
Asymmetrie
Bij de meeste mensen zijn de ogen niet exact symmetrisch. Na een operatie is het vrijwel onmogelijk dat beide ogen precies gelijk worden. Soms is een nieuwe operatie nodig als de oogleden niet voldoende symmetrisch zijn.
Doof gevoel van het ooglid
Tijdens de operatie zijn er kleine zenuwtakjes doorgesneden. Het ooglid kan daarna gevoelloos zijn. Een doof gevoel van het ooglid houdt zo’n drie tot zes maanden aan.
Naar buiten draaien ooglid (ectropion)
Door de zwelling en het opnieuw ophangen van het ooglid, kan de ooghoek naar beneden trekken en gaan hangen. Dit is een ectropion. Het veroorzaakt irritatie en tranenvloed. Dit is meestal tijdelijk en komt zelden voor. Als deze klacht niet verbetert, kan een nieuwe operatie nodig zijn.
Littekenvorming
Een onderooglidcorrectie laat een litteken achter. Soms ontstaan er wat kleine cystes in het litteken. Deze geelwitte bobbeltjes op de huid verdwijnen meestal vanzelf. In zeldzame gevallen wordt de cyste operatief verwijderd door de chirurg.
Het litteken kan ook zorgen voor een kleurverschil en een verdikking van de huid. Dat trekt naar verloop van tijd weer weg.
Tranen
Het oog kan gaan tranen na de ingreep. Door de zwelling kan het traanbuisje dicht gaan zitten. Dit gaat vanzelf weer over. Als u voorafgaand aan de operatie al last heeft van droge ogen, is het belangrijk dit vooraf te melden bij uw arts. Uw klachten kunnen door de operatie verergeren.
Opengaan wond
Een wond kan altijd opengaan. Meestal gaat dat spontaan weer dicht. Soms moet er opnieuw gehecht worden.
Infectie
Ook bij een onderooglidcorrectie bestaat de kans op een infectie maar deze is erg klein.
Pijn
Na de operatie kunnen de oogleden pijnlijk en gevoelig zijn. Deze pijn is goed te verhelpen met paracetamol. Helpt dit niet? Neem dan contact op met uw arts.
Nabloeding
Er kan een bloeding ontstaan. Een bloeding in het ooglid is snel te stoppen. Er kan ook een bloeding achter het ooglid ontstaan. Hierdoor kan een oogzenuw afgekneld worden en het gezichtsvermogen slechter worden. In zeer zeldzame gevallen kan het leiden tot blindheid. Bij minder scherp zien en/of heftige pijnklachten die niet op paracetamol reageren, moet u direct contact opnemen met uw arts.
Chirurgische anesthesie
Bij zowel plaatselijke als algehele verdoving is er een risico op complicaties, letsel en zelfs overlijden.
Allergische reacties
In zeldzame gevallen treden plaatselijke allergieën op voor tape, hechtmateriaal, lijm, bloedproducten, preparaten of geïnjecteerde middelen. Ook ernstige reacties, waaronder een anafylactische shock, kunnen optreden als reactie op medicijnen die gebruikt worden tijdens de operatie en medicijnen op voorschrift. Bij al deze reacties kan extra behandeling nodig zijn. Als u bekend bent met een allergie, meldt dit dan tijdens het bezoek aan uw arts.
Wat te doen bij complicaties
Krijgt u de eerste veertien dagen na de operatie problemen die te maken hebben met de operatie? Neem dan contact op met het ziekenhuis.
- Op maandag tot en met donderdag tussen 08.00 en 17.00 uur belt u naar de polikliniek plastische chirurgie telefoonnummer 088 – 70 68 402.
Buiten deze tijden belt u met de afdeling spoedeisende hulp:
- locatie Bergen op Zoom: telefoonnummer 088 – 70 67 302.
- locatie Roosendaal: telefoonnummer 088 - 70 68 889.
Vragen
Bij vragen kunt u maandag tot en met donderdag tussen 08.00 en 17.00 uur contact opnemen met de polikliniek plastische chirurgie, telefoonnummer 088 - 70 68 402.
06/19