Suprapubische katheter

Inleiding 

Een suprapubische katheter is een holle, soepele buis die via een klein gaatje door de buikwand urine uit de blaas afvoert. Het gaatje zit net boven het schaambeen. Aan het uiteinde van de katheter zit een ballonnetje. Om te vermijden dat de katheter los komt wordt, na het inbrengen van de katheter, dit ballonnetje met water/ glycerine gevuld. Naarmate de blaas zich vult, wordt de urine via de katheter afgevoerd naar een opvangzak. U kunt dus niet normaal plassen wanneer u een katheter met beenzak heeft. Spontaan plassen is wel mogelijk als u een suprapubische katheter heeft met een stopje. De uroloog brengt de suprapubische katheter in tijdens een korte ingreep op de polikliniek urologie.

Waarom kiezen voor een suprapubische katheter? 

Er zijn diverse redenen waarom een suprapubische katheter geschikter voor u is dan een katheter via de plasbuis. Het kan aangenamer zijn, gemakkelijker te verzorgen en het geeft minder infecties. Sommige mensen hebben na een ingreep een suprapubische katheter om te meten hoeveel urine ze produceren. Bent u seksueel actief dan is een suprapubische katheter gemakkelijker bij het vrijen. 

Voorbereiding op het inbrengen van de katheter 

De ingreep vindt plaats onder steriele omstandigheden om infectie te voorkomen. U hoeft voor de ingreep niet nuchter te zijn. Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen (acenocoumarol, marcoumar, ascal)? Dan stopt u enkele dagen van tevoren hiermee, in overleg met uw behandelend arts. 

Het inbrengen van de katheter 

De ingreep vindt meestal poliklinisch plaats onder plaatselijke verdoving. Van tevoren krijgt u een blaaskatheter via de plasbuis om de blaas te kunnen vullen met water. Na desinfectie van de huid verdooft de uroloog de buikwand door middel van een injectie. Vervolgens maakt de uroloog vlak boven het schaambeen een kleine snede en prikt daarna met een holle naald waar de katheter al in zit de blaas aan. Dit kan een pijnlijk gevoel geven. De buis wordt daarna verwijderd en de katheter blijft in de blaas achter. 

De ballon van de katheter wordt opgeblazen om te voorkomen dat de katheter uit de blaas glijdt. Zo nodig zet de uroloog de katheter vast aan de huid met een tijdelijke hechting. Deze mag er na een week uit. Zodra de suprapubische katheter goed op zijn plek zit, verwijdert de uroloog de blaaskatheter. Op het wondje in de buikwand komt een steriel gaas. De ingreep duurt ongeveer vijftien minuten. 

Na de ingreep 

Na de ingreep kunt u meteen weer naar huis. U krijgt van de secretaresse een afspraak mee voor de urologieverpleegkundige. Zij geeft u dan extra informatie over hoe u met de katheter om moet gaan. U krijgt ook een afspraak voor de eerste katheterwissel. Nieuwe katheters, wisselsets en speciale pleisters voor de verzorging van de katheter worden aan huis bezorgd. 

Complicaties 

Mogelijke complicaties na het inbrengen van een suprapubische katheter zijn: 

  • Bloedverlies uit de blaas als gevolg van de punctie. Soms is het nodig de blaas dan goed te spoelen. 
  • Schade aan de omliggende weefsels zoals een bloedvat of darmlis. Deze complicaties zijn zeldzaam. 

Vervangen van de katheter 

Een suprapubische katheter wordt meestal om de zes tot twaalf weken vervangen. De eerste keer wordt de katheter altijd in het ziekenhuis vervangen. Daarna kan de thuiszorg dit doen. 

Het verzorgen van een suprapubische katheter 

Een katheter levert doorgaans geen problemen op zolang u geen infecties oploopt. Het steekgaatje rond de katheter kan rood en soms gezwollen zijn. U hoeft zich daar geen zorgen over te maken. De volgende eenvoudige regels kunnen helpen om infecties te voorkomen: 

  • Was dagelijks de huid rondom het steekgaatje in de buikwand met water. Haal dan eerst de pleister van het steekgaatje af. U mag douchen met de beenzak aan. Droog hierna zorgvuldig af. 
  • Gebruik nooit talkpoeder of crème. 
  • Gebruik ook nooit betadine zalf, dit bevordert namelijk de groei van “wildvlees”. 
  • Na het wassen en droogdeppen plakt u rondom het steekgaatje een nieuwe pleister.

Knip deze pleister eerst y-vormig in (zie tekening). 

          

  • Plak de katheter vast op de buik met een ruime lus met een speciale pleister. Er komt dan geen spanning op de katheter en de ballon te staan. Zo maakt u een “trekbeveiliging”. 
  • Was de handen vóór en na het loskoppelen of vervangen van een opvangzak en ook na elke stoelgang. 
  • Zorg ervoor dat de slang tussen de katheter en de opvangzak goed zit en er geen knik in zit. Let erop dat de opvangzak lager hangt dan uw blaas. 
  • Draag loszittende kleding. Te strakke kleding kan de urinestroom onderbreken. 
  • Voor een goede afvloed van urine via de katheter drinkt u ongeveer twee liter per dag. Bij voorkeur water of vruchtensap.
  • Zorg voor voldoende beweging. Wandelen of een andere vorm van regelmatige dagelijkse beweging bevordert de werking van de darmen. Een volle darm kan op de katheter drukken en het afvloeien van urine verminderen. 

Reservekatheter 

Houd altijd een reservekatheter en inbrengset bij de hand. U heeft van ons via de medisch speciaalzaak een extra katheter gekregen. U houdt deze reservekatheter in huis tot u weer bij ons komt voor de katheterwissel. Als u voor de katheterwissel komt, brengt u dus de reservekatheter van thuis mee. Ook als u bijvoorbeeld op vakantie bent, moet u een reservekatheter en een katheter-wisselset meenemen voor het geval de katheter eruit valt. 

Problemen met de katheter 

Valt de suprapubische katheter eruit? Laat deze dan uiterlijk binnen één uur vervangen.

Hierna bestaat namelijk de kans dat het steekgaatje van de katheter dicht groeit. 

Verwijder de katheter nooit zelf. 

Neem bij problemen met de katheter direct contact op met de thuiszorg, de huisarts, of het ziekenhuis. 

Een suprapubische katheter en vrijen 

Met uw suprapubische katheter vormt dit geen probleem. De katheter zit op de buik vastgeplakt. Ondervind u hinder van uw katheter tijdens het vrijen? Aarzel dan niet uw verpleegkundige of uw huisarts te raadplegen. 

Complicaties 

Bij het gebruik van een suprapubische katheter kunt u last krijgen van de volgende complicaties: 

  • Lekkage van urine via de plasbuis. Dit kan komen door blaaskramp. U voelt dit als pijn in de onderbuik waarbij u aandrang voelt om te plassen. 
  • Ontstekingen. Is de urine troebel, stinkt het en zit er veel bezinksel in de opvangzak? Dan kan er sprake zijn van een blaasontsteking. Dit hoeft niet altijd gepaard te gaan met koorts. Het is niet altijd nodig om dit met antibiotica op te lossen. Als u hier last van heeft kunt u via uw huisarts of polikliniek urologie wat urine afgeven voor onderzoek. Let op: vang de urine rechtstreeks op uit de katheter en niet uit de katheteropvangzak. Deze urine zit al vol met bacteriën. Als er sprake is van een ontsteking is het van belang dat de katheter eerder gewisseld wordt. 

Het urineopvangsysteem 

Na het inbrengen van de suprapubische katheter heeft u een startpakket gekregen. Dit startpakket bevat dag- en nachtzakken, een bedhaak en beenbandjes. De dagzak draagt u overdag onder uw kleding. ’s Avonds voor het slapen gaan, koppelt u de nachtzak aan uw dagzak. Let erop dat het kraantje van de nachtzak dicht staat en het kraantje van de dagzak open staat, zodat de urine naar de nachtzak kan stromen. Zet een teiltje of emmer onder de nachtzak om morsen te voorkomen. 

Raakt het materiaal van het urineopvangsysteem op? Dan kunt u deze zelf bij bestellen bij uw leverancier. 

’s Ochtends als u uit bed komt, zet u eerst het kraantje van de dagzak dicht en koppelt u daarna de nachtzak af. Deze kunt u in het toilet leeg laten lopen. Vervolgens spoelt u de nachtzak door met water. U bewaart de nachtzak vervolgens in een schone handdoek of sloop. De katheterzakken kunt u maximaal één week gebruiken en daarna gooit u ze weg. Zit er veel aanslag in de katheterslang of katheterzak? Dan moet u de zak eerder vervangen.

De katheter + beenzak vormen een gesloten systeem. Dit gesloten systeem voorkomt dat er bacteriën in de katheter of beenzak terecht komen. De beenzak mag alleen van de katheter losgekoppeld worden als de beenzak verschoond moet worden. Het behoud van dit gesloten systeem is uiterst belangrijk.

Gebruik van een katheterventiel 

Een katheterventiel is een soort kraantje dat u kunt aansluiten op uw katheter. Het katheterventiel past zowel op een katheter die ingebracht is via de plasbuis (een transurethrale katheter) als op een suprapubische katheter. Het katheterventiel biedt een alternatief voor het gebruik van urine-opvangzakken. De blaas slaat de urine op tot het moment dat u het ventiel opent. Uw blaas behoudt op deze wijze de opslagfunctie van urine. Er zijn verschillende soorten/merken van katheterventielen. 

Uw verpleegkundige legt de werkwijze van het voorgeschreven katheterventiel uit. Het katheterventiel wordt in het ondergoed verborgen. U kunt ook gebruik maken van een beenbandje op het bovenbeen om het ventiel vast te maken. Het katheterventiel hoeft niet onder het niveau van de blaas te zitten, dit is wel nodig bij het leegmaken van de blaas. 

Als de uroloog besluit om gebruik te maken van een katheterventiel of –stopje heeft u dus geen beenzak aan de katheter. Ga binnen drie à vier uur naar het toilet. Nadat u via de normale weg (via de plasbuis) geplast heeft, maakt u ook nog het katheterventiel leeg boven het toilet. Dit om te controleren of u in staat bent om de blaas geheel leeg te plassen. Als u aandrang heeft om te plassen, gaat u op het aandranggevoel af. Maak de blaas leeg voordat u ontlasting krijgt, dat voorkomt lekkage langs de buitenkant van de katheter door persen. Maak de blaas in ieder geval ook leeg voor u naar bed gaat en ’s ochtends bij het wakker worden. 

’s Nachts kunt u eventueel een nachtzak direct op het katheterventiel aansluiten. Het is aan te raden het katheterventiel bij de katheterwissel te vernieuwen. Als u last heeft van sterk ruikende urine of als het stopje lek of stuk is, dan moet u het stopje eerder vervangen. Het katheterventiel kunt u schoonmaken met biotex groen, naspoelen met schoon water en drogen. 

Vragen 

Heeft u nog vragen? Stel ze gerust aan de uroloog, assistente of urologieverpleegkundige. 

Contact 

De poliklinieken urologie zijn te bereiken tijdens kantooruren op telefoonnummer: 088 - 70 68 272. 

 

Buiten kantooruren kunt u bij problemen contact opnemen met de spoedeisende hulp: 

088 - 70 68 889          Bravis ziekenhuis locatie Roosendaal 

088 - 70 67 302          Bravis ziekenhuis locatie Bergen op Zoom. 

 

De urologieverpleegkundigen zijn te bereiken tijdens kantooruren op telefoonnummer:
088 - 70 68 272.

E-mail: urologie.verpleegkundigen@bravis.nl

 

05/22

Heeft u vragen?

Heeft u nog vragen? Stel ze gerust via de app BeterDichtbij.
Ontbreekt er informatie in deze folder?