- U bevindt zich hier:
- Home
- Afdelingen
- Folders
- Blaasontsteking kwetsbare ouderen
Blaasontsteking kwetsbare ouderen
Inleiding
Uw arts had u verwezen naar de uroloog in verband met blaasontstekingen. De uroloog heeft enkele onderzoeken verricht om onderliggende ziekten uit te sluiten. In deze folder wordt uitgelegd wat een blaasontsteking is, welke mogelijke factoren een oorzaak kunnen zijn en wat u er zelf aan kan doen om het te voorkomen.
Blaasontsteking en overige urineweginfecties
Een urineweginfectie heet in de volksmond een blaasontsteking. Een urineweginfectie is een ontsteking van de urinewegen. De urinewegen bestaan uit de plasbuis, de blaas en de urineleiders. De urineleiders verbinden de nieren met de blaas. De urine verlaat het lichaam via de plasbuis. Een urineweginfectie wordt veroorzaakt door bacteriën. Meestal zijn dit bacteriën uit de darmen zoals de E Coli bacterie. Bacteriën kunnen via de plasbuis in de blaas komen. Kwetsbare ouderen hebben vaak bacteriën in de blaas; ook als ze geen klachten hebben. Als u geen klachten heeft, heeft u geen urineweginfectie. In enkele gevallen ontstaat een blaasontsteking door chemische irritatie bijvoorbeeld door het veelvuldig gebruik van zeep of shampoo bij het wassen van de schaamstreek.
Een blaasontsteking is een infectie van alleen de blaas. Dit is meestal een milde vorm van een urineweginfectie. U heeft dan bijvoorbeeld pijn bij het plassen. Een blaasontsteking kan uitbreiden naar andere weefsels dan de blaas. Dit noemen we een urineweginfectie met weefselinvasie. U kunt dan ook koorts hebben of pijn in de rug. Bij een man breidt een blaasontsteking vaak uit naar de prostaat. Een blaasontsteking wordt anders behandeld dan een urineweginfectie met weefselinvasie.
Wat zijn de klachten?
Bij een urineweginfectie heeft u tenminste één van de volgende klachten:
- een pijnlijk of branderig gevoel bij het plassen;
- vaak kleine beetjes plassen;
- ineens de urine niet meer op kunnen houden;
- loze aandrang;
- pusafscheiding uit de plasbuis.
Bij een urineweginfectie met weefselinvasie heeft u regelmatig ook:
- pijn in de onderbuik of pijn in de rug (onder de ribben);
- koorts of koude rillingen;
- een ernstige verwardheid of sufheid;
- U voelt zich dan vaak erg ziek.
Koorts
U kunt uw temperatuur op verschillende manieren opmeten. Vaak meten we de temperatuur op via de anus (poepgat). We spreken bij ouderen van koorts bij een temperatuur boven de 38,1 °C of als de temperatuur meerdere keren achter elkaar boven de 37,5 °C is.
Als u uw temperatuur opmeet via het oor heeft u koorts bij een temperatuur boven de 37,8 °C of als uw temperatuur meerdere keren achter elkaar boven de 37,2 °C is.
Verwardheid
Verwardheid zoals warrig zijn, onrustig of niet uzelf zijn, zijn geen typische uitingen van een urineweginfectie. Er is dan vaak iets anders aan de hand. Een uitzondering is ernstige verwardheid of sufheid door een delier (plotselinge verwardheid). Een delier ontstaat plotseling en is wisselend over de dag. Uw arts kan vaststellen of u een delier heeft.
Een urineweginfectie bij een blaaskatheter
Ouderen met een blaaskatheter hebben een groter risico op een urineweginfectie. Een blaaskatheter is een buisje dat ingebracht wordt in de blaas. Uw urine loopt dan via de katheter. U plast dan niet zelf. U kunt dus geen plasklachten hebben.
Wel kunt u tekenen hebben van een infectie; bijvoorbeeld koorts, koude rillingen of een ernstige verwardheid of sufheid. Deze klachten komen ook voor bij andere infecties. Uw (huis)arts zal daarom ook naar andere oorzaken kijken.
Urineweginfecties bij mensen met dementie of met spraakproblemen
Het is moeilijker een urineweginfectie vast te stellen bij mensen met dementie. Dat geldt ook bij mensen die hun klachten moeilijk onder woorden kunnen brengen bijvoorbeeld na een beroerte. Iemand met dementie kan bijvoorbeeld niet altijd vertellen dat hij pijn heeft bij het plassen. Verwardheid komt regelmatig voor bij mensen met dementie. Denk aan warrig zijn, onrustig of niet zichzelf zijn. Tot voor kort werd dan snel gedacht aan een urineweginfectie. Er werd dan vaak besloten de urine te testen met een urine test strip en dit dan te behandelen met antibiotica. Inmiddels weten we dat dit niet altijd juist is. Verwardheid heeft vaak een andere oorzaak. Denk bijvoorbeeld aan een verandering in medicatie, pijn of angst. Bij verwardheid is het wel belangrijk om te kijken of er tekenen van een urineweginfectie zijn. Net zoals er gekeken moet worden naar andere oorzaken.
Wanneer neemt u contact op met een arts?
Zoek contact met uw (huis)arts of specialist ouderegeneeskunde als:
- U klachten heeft die kunnen wijzen op een urineweginfectie.
- Uw klachten niet binnen 48 uur na start van een antibioticakuur verminderen.
Zoek direct contact met uw (huis)arts als:
- U na start van een antibioticakuur, in korte tijd zieker wordt.
- Met verschijnselen als koorts, koude rillingen, pijn in de rug of een plotseling ontstane toestand van ernstige verwardheid of sufheid.
Hoe is het verloop?
Uw arts stelt vast of u een urineweginfectie heeft. Als u dit heeft, krijgt u antibiotica. Wanneer u antibiotica gebruikt zullen de klachten binnen 48 uur moeten afnemen.
Hoe wordt uitgezocht wat u heeft?
Onderzoek door arts
Uw arts kan een urineweginfectie vaststellen na onderzoek. Uw arts zal hierbij uw klachten uitvragen. Uw arts kan ook (lichamelijk) onderzoek doen; bijvoorbeeld de temperatuur opnemen, de bloed- druk meten of de buik onderzoeken.
Wat kunt u zelf doen?
U kunt het volgende doen om een blaasontsteking/urineweginfectie te voorkomen:
- Drink voldoende (1,5-2 liter per dag). U voorkomt zo dat er teveel bacteriën in de blaas komen. Als uw hart of nieren minder goed werken kan uw arts u adviseren om minder te drinken. Dat is dan belangrijker. Overleg dit met uw arts.
- Ga direct naar het toilet als u voelt dat u moet plassen of vraag daarbij om hulp.
- Neem rustig de tijd om uit te plassen op het toilet. Voor mannen met prostaat klachten gaat dat soms beter als ze zitten bij het plassen.
- Voor vrouwen is het belangrijk om van voor naar achter af te vegen. Zo gaat er geen ontlasting (poep) richting de plasbuis.
Wat is de behandeling?
Antibiotica
Antibiotica zijn medicijnen die werken tegen infecties veroorzaakt door bacteriën. De ernst van uw klachten en de soort bacterie bepalen welke antibiotica u krijgt. Hoe lang de behandeling duurt verschilt. Een urineweginfectie met weefselinvasie wordt langer behandeld (10-14 dagen) dan een blaasontsteking (7-14 dagen). Een blaasontsteking komt alleen voor bij vrouwen.
Bij mannen is altijd sprake van een urineweginfectie met weefsel- invasie. Een blaasontsteking breidt bij mannen namelijk vaak uit naar de prostaat. Mannen worden daarom altijd langer behandeld.
Soms krijgt u langdurig antibiotica. U heeft dan tenminste zes keer per jaar veel last van een urineweginfectie.
Negatieve gevolgen antibiotica
Onnodig antibiotica krijgen heeft nadelen. Als u vaak antibiotica krijgt worden bacteriën ongevoelig voor antibiotica. Als u dan erg ziek zou worden van een (andere) infectie bestaat het risico dat antibiotica niet meer werkt en u niet meer goed geneest. Antibiotica kunnen ook bijwerkingen geven zoals diarree, misselijkheid en braken. Daarnaast kunnen antibiotica de werking van andere medicatie verstoren, zoals die van bepaalde bloedverdunners.
Oestrogeen
Soms hebben vrouwen na de overgang vaker urineweginfecties. Dit komt door een tekort aan het vrouwelijk hormoon oestrogeen. Een vaginale crème of zetpil met oestrogeen kan dan helpen om urineweginfecties te voorkomen. Deze medicatie verandert de samenstelling van de bacteriën van de vagina. Ook wordt het beschermende slijmvlies van de plasbuis dikker. Daardoor kunnen bacteriën minder makkelijk naar binnen komen.
Blaaskatheter
Een blaaskatheter is lichaamsvreemd materiaal en daaraan zitten altijd bacteriën, ook als er geen sprake is van een urineweginfectie. Vaak zijn artsen dus voorzichtig met het geven van antibiotica bij iemand met een katheter. Als er sprake is van pussige urine, ziek zijn en koorts zal de arts in sommige gevallen toch starten met antibiotica. Als u antibiotica krijgt, krijgt u deze 7-14 dagen, afhankelijk van de situatie. Daarnaast zal uw arts beoordelen of uw blaaskatheter echt nodig is. Of toch beter verwijderd kan worden. Als uw katheter nog nodig is dan wordt de katheter verwisseld. Bacteriën kunnen namelijk aan een oude katheter blijven plakken.
11/24