Triggerfinger

Inleiding

Deze folder geeft u informatie over de triggerfinger. Een andere benaming voor triggerfinger is hokkende vinger of tenosynovitis stenosans.

Wat is een triggerfinger?

De trigger finger is een aandoening waarbij de vinger met moeite gestrekt kan worden en met een schokje recht komt. Bij een triggerfinger is er een zwelling door een ontsteking in een van de buigpezen van de vingers. Een triggerfinger komt veel voor bij mensen tussen de 45 en 65 jaar en vaker bij vrouwen. Meestal gaat het om de ringvinger, de duim en de middelvinger.

Een triggerfinger kunnen we op verschillende manieren behandelen, bijvoorbeeld met een injectie. Helpt een injectie niet of onvoldoende, dan volgt een operatie.

Wat u moet weten voor de operatie

Medicijnen

Het is belangrijk om uw arts te informeren over het gebruik van medicijnen zoals bloedverdunners en immunosupressiva. Informeer uw arts ook bij een (vermoeden van een) zwangerschap.

 

Roken en meeroken

Mensen die roken of meeroken hebben meer kans op complicaties en een slechtere wondgenezing. Het is belangrijk zes weken voor de operatie niet te roken.

 

Sieraden

Tijdens de operatie mag u geen sieraden (ringen, horloge, armbanden) dragen. Doe uw sieraden thuis af!

Operatie

Tijdens de operatie verdoven wij de huid plaatselijk. We openen de huid en snijden het tunneltje van de pees open waardoor de pees weer vrij kan bewegen. Daarna sluiten we de huid en krijgt u een drukverband.

Na de operatie

U krijgt voor 48 uur een drukverband en het advies de hand hoog te houden. De hand moet direct na de operatie bewogen worden in het verband. Bewegen is erg belangrijk voor het slagen van de operatie. Bij te weinig bewegen kunnen stijfheid en verklevingen in het littekenweefsel optreden.

Na ongeveer twee weken gaan de hechtingen eruit. Na twee weken mag u weer zwaar tillen.

Pijnklachten en stijfheid kunnen tot een half jaar na de operatie aanhouden.

Risico’s en complicaties

Aan elke operatie zijn risico’s verbonden. De volgende complicaties kunnen optreden:

  • infectie;
  • opengaan wond;
  • pijn en moeilijk bewegen;
  • pijnlijk litteken.

 

In zeldzame gevallen treden plaatselijke allergieën op voor tape, hechtmateriaal of geïnjecteerde middelen. Ook ernstige lichamelijke reacties kunnen optreden als reactie op medicijnen die zijn gebruikt tijdens de operatie of op voorschrift. Als u bekend bent met een allergie, meld dit dan bij uw arts voor de operatie.

 

Er is bij alle vormen van verdoving of narcose een risico op complicaties en letsel. Bij gebruik van alleen plaatselijke verdoving is deze kans echter minimaal.

 

Ontevreden over het resultaat

Het kan zijn dat de resultaten tegenvallen. Pijnklachten en stijfheid kunnen tot een half jaar na de operatie aanhouden. Een nieuwe ingreep kan gepaard gaan met extra kosten voor u (eigen risico).

Wat te doen bij complicaties

Krijgt u de eerste 14 dagen na de operatie problemen die te maken hebben met de operatie? Neem dan contact op met het Bravis ziekenhuis.

  • Op maandag tot en met donderdag tussen 08.00 en 16.00 uur belt u naar de polikliniek plastische chirurgie telefoonnummer 088 – 70 68 402.
  • Buiten deze tijden belt u met de afdeling spoedeisende hulp:

    • locatie Bergen op Zoom: telefoonnummer 088 – 70 67 302.
    • locatie Roosendaal: telefoonnummer 088 - 70 68 889.

Vragen

Bij vragen kunt u maandag tot en met donderdag tussen 08.00 en 16.00 uur contact opnemen met de polikliniek plastische chirurgie, telefoonnummer 088 - 70 68 402. Niet dringende vragen kunt u ook stellen via de Beter Dichtbij App.

 

06/24

Heeft u vragen?

Heeft u nog vragen? Stel ze gerust via de app BeterDichtbij.
Ontbreekt er informatie in deze folder?