Nierstenen

Nierstenen zijn harde afzettingen die ontstaan in de nieren. Ze bestaan uit kleine kristallen die zich vormen uit stoffen in de urine. Wanneer er te veel van deze stoffen aanwezig zijn, kunnen de kristallen samenklonteren tot een steen.

Kleine nierstenen plas je vaak vanzelf uit. Grotere stenen kunnen echter vast komen te zitten in de urineleider en een verstopping veroorzaken. Dit kan erg pijnlijk zijn.

Nierstenen

Oorzaken van nierstenen

Er zijn verschillende redenen waarom nierstenen kunnen ontstaan.
De belangrijkste oorzaken zijn:

  • Te weinig drinken (urine wordt te geconcentreerd)
  • Overmatig zweten
  • Een teveel aan bepaalde zouten in het lichaam
  • Gebruik van sommige medicijnen
  • Urineweginfecties
  • Overgewicht
  • Een eiwitrijk dieet (vooral veel vlees)

Ook aanleg (zoals de vorm van de nier) en voedingsgewoonten spelen een rol.
Nierstenen komen vaker voor bij mannen dan bij vrouwen, en vooral bij mensen tussen de 30 en 60 jaar.

Symptomen van nierstenen

Niet iedereen met nierstenen heeft klachten. Kleine steentjes (< 5 mm) worden meestal vanzelf uitgeplast. Grotere stenen kunnen echter de urineleider blokkeren. Dit veroorzaakt een niersteenaanval (ook wel niersteenkoliek genoemd).

Veelvoorkomende klachten zijn:

  • Hevige, krampende pijn in de zij of onderrug (flankpijn)
  • Pijn die uitstraalt naar de buik, lies of geslachtsdelen
  • Misselijkheid en braken
  • Zweten en onrust (bewegingsdrang)
  • Vaak moeten plassen of een sterk aandranggevoel
  • Gevoel dat je moet plassen terwijl je blaas leeg is

Wanneer een steen de afvoer van urine blokkeert, kan er stuwing ontstaan in de nier. Dat veroorzaakt extra pijn en soms ook een infectie.

Onderzoeken van nierstenen

De uroloog bespreekt met je welke onderzoeken nodig zijn. Dit kan bestaan uit:

  • Urineonderzoek
  • Bloedonderzoek
  • Echografie
  • CT-scan

Met deze onderzoeken kan de arts de grootte en de locatie van de niersteen bepalen en ook op welke termijn er een behandeling moet gestart worden.

Behandelingen van nierstenen

De behandeling hangt onder andere af van de grootte en de plaats van de niersteen.

  • Afwachtend beleid
    De meeste kleine nierstenen worden vanzelf uitgeplast. Pijnstilling en voldoende drinken zijn dan vaak voldoende.
     
  • Niersteenvergruizer (ESWL) 
    In het Bravis ziekenhuis (locatie Roosendaal) is een moderne niersteenvergruizer aanwezig.
    Bij deze poliklinische behandeling worden de stenen met geluidsgolven van buitenaf vergruisd. De behandeling duurt ongeveer een uur. De kleine steendeeltjes worden daarna vanzelf uitgeplast.

    Folder niersteenvergruizer (ESWL)

 

  • Verwijderen nierstenen in de urineleider ureterorenoscopie (URS) 
    Wanneer een steen te groot is of niet geschikt voor vergruizing, kan de arts via de plasbuis en urineleider met een dunne buis (ureterorenoscoop) de steen verwijderen. Zo nodig wordt de steen eerst met een laser vergruisd.

Folder verwijderen nierstenen in de urineleider
 

  • Grote nierstenen verwijderen - Percutane nefrolithapaxie (PNL) 
    Bij grotere stenen in de nier kan de arts via een kleine opening in de rug direct in de nier gaan. Via dit buisje wordt de steen verwijderd. Deze ingreep gebeurt onder narcose tijdens een korte opname in het ziekenhuis.

Folder percutane nefrolithapaxie

Voorkomen van nierstenen (preventie)

Voeding en leefstijl spelen een grote rol bij het ontstaan van nierstenen. Het is daarbij ook belangrijk te kijken naar de samenstelling van de niersteen. De uroloog kan u hier na onderzoek meer over vertellen.

Algemene adviezen

  • Drink voldoende: minimaal 2,5 tot 3 liter vocht per dag.
    Zo plast u ongeveer 2 tot 2,5 liter per dag.
    De urine hoort lichtgeel van kleur te zijn.
    Drink ook wat voor het slapen gaan en eventueel ’s nachts bij het plassen.
  • Eet voldoende calcium, maar niet te veel: 2 à 3 calciumrijke producten per dag (bijvoorbeeld melk, yoghurt, kaas).
  • Beperk dierlijke eiwitten: maximaal 0,8 gram per kilo lichaamsgewicht per dag.
    Bij 80 kg is dat ongeveer 64 gram eiwit per dag.
  • Beperk zoutinname: maximaal 4 à 5 gram zout per dag.

De juiste adviezen kunnen verschillen per soort niersteen (bijvoorbeeld calcium-, urinezuur- of struvietstenen). De uroloog bespreekt met jou en de diëtist welk dieet het beste past bij jouw situatie.

Onderstaand vind je voorbeelden van voedingsadviezen per soort niersteen. Deze schema’s werden samengesteld door de afdeling diëtetiek van het Bravis ziekenhuis.

Voedingsadvies bij calciumoxalaatstenen - Voorbeeld dagmenu

Voedingsadvies bij calciumfosfaatstenen - Voorbeeld dagmenu

Voedingsadvies bij struviet- of infectiestenen - Voorbeeld dagmenu

Voedingsadvies bij urinezuurstenen - Voorbeeld dagmenu